Afscheid van een vriend
Als de maan mij kust
De wind mij in slaap sust
Als de mist mij fluistert
Dat jij nog naar mij luistert
Als de sneeuw mij betovert,
De regenboog mijn hart verovert.
Als de zon mij laat stralen
De bliksem mijn verdriet komt halen
Als de donder mij laat geloven
Dat jij nog ergens bent daarboven
Als de wolken mij laten zweven
De regen mij troost zal geven
Zullen de sterren mij laten weten
Dat wij onze vriendschap nooit gaan vergeten.
copyright Papierpleziertjes • Fem
Gisteren was je nog hier
Gisteren was je nog hier,
vandaag niet meer.
Hoe moet ik nu afscheid nemen,
als ik niet meer kan zeggen tot een volgende keer?
Waar kan ik je vinden?
In een wereld hierboven, is het daar?
Maar misschien zijn al die verhalen ook helemaal niet waar.
Misschien moet ik je zoeken, in de bomen, de regen of de wind,
of zit je ergens verscholen op een plaats waar niemand je vindt?
Van 1 plaats ben ik zeker, bij alles wat ik doe,
Je zit heel diep in mijn hart, en zo neem ik je overal met me mee naartoe.
copyright Hilde Massaer
Als ik doodga
En als ik doodga huil maar niet;
ik ben niet echt dood moet je weten
Het is de heimwee die ik achter liet,
dood ben ik pas als jij die bent vergeten.
En als ik doodga treur maar niet,
ik ben niet echt weg moet je weten
Het is het verlangen dat ik achter liet,
dood ben ik pas als jij dit bent vergeten.
En als ik doodga huil maar niet,
ik ben niet echt dood moet je weten
Het is maar een lichaam dat ik achter liet,
dood ben ik pas als jij me bent vergeten.
copyright Bram Vermeulen
De brug.
Breng jij me weg tot aan de brug.
Ik ben zo bang om daar alleen te staan.
Als we daar zijn, ga dan niet direct terug,
maar wacht totdat ik overga en zwaai me na.
Dan voel ik me heel veilig en vertrouwd.
Breng jij me weg tot aan de brug.
Ik heb geen idee, hoe diep het water is.
De overkant lijkt mij zo ver;
Je kunt de oever hier niet zien.
Zover het oog reikt, zie ik mist.
Ik twijfel aan het verder gaan.
De angst voor de dood
is als de angst voor het leven.
Het nieuwe lijkt te groot
om het oude op te geven.
In de diepte van het verlangen
ligt de kennis van het nieuwe leven.
Zoals een vlinder weet van vliegen
in haar donkere cocon.
Breng jij me weg tot aan de brug.
en ga dan niet te vlug terug.
Zwaai jij me na als ik erover ga.
Een heel klein duwtje in de rug
is alles wat ik nog verlang van jou.
Dank voor je liefde en je trouw.
Ik ga nu gauw,
want het begin is reeds in zicht.
Ik voel de warmte van het licht.”
copyright Toine Lacet
De hemel
Toen ik klein was, was de hemel
Ergens boven in de lucht
En je kon er enkel komen
Met een allerlaatste zucht
Iedereen droeg witte lakens
En je lieps langs gouden straten
Over pleinen met fonteinen
Vol met rode limonade
En je vloog door witte wolken
En een engel hield je vast
En je kon op water lopen
Want het water was van glas
Iedereen was daar gelukkig
Nooit meer honger
Nooit meer pijn
Had je hier alleen elende
Daar zou alles anders zijn
Maar ik weet niet meer
Waar de hemel is
Ik weet niet waar ik heen ga na dit leven
Toen zag ik de hemel
Met de ogen van een kind
Maar die is voorgoed verdwenen
De hemel is verdwenen
Ik werd ouder en geloofde
In een an’dre fantasie
En ik volgde Zarathusta
Met een soort van anarchie
Want ik vloog over de wolken
Naar een land hier ver vandaan
Maar ik zag geen gouden poorten
En ik zag geen fonteinen staan
En ik weet niet meer
Waar de hemel is
Ik weet niet waar ik heen ga na dit leven
Soms zie ik de hemel
In de ogen van een vrouw
Maar dat duurt meestal maar even
De hemel duurt maar even
copyright Stef Bos
De mensen van voorbij
De mensen van voorbij
wij noemen ze hier samen.
De mensen van voorbij
wij noemen ze bij namen.
Zo vlinderen zij binnen
in woorden en in zinnen
en zijn wij even bij elkaar
op dit moment van het jaar.
De mensen van voorbij
zij blijven met ons leven.
De mensen van voorbij
ze zijn met ons verweven
in liefde, in verhalen,
die wij zo graag herhalen,
in bloemengeuren, in een lied
dat opklinkt uit verdriet.
De mensen van voorbij
zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten.
Daar waar geen pijn kan komen.
copyright Hanna Lam
De rugzak van het leven
Ieder mens draagt in het leven
een onzichtbare rugzak mee
bergt daarin vreugde en zorgen
verzameling van wel en wee
soms is de rugzak zwaar
een ander moment vederlicht
dan blijft er ruimte over
maar dikwijls kan hij niet meer dicht
…kijk in een verloren uurtje
de inhoud nog eens door
dan kan er iets verdwijnen
wat zijn waarde reeds verloor
langzaam wordt de rugzak lichter
de levensreis gaat voorbij
en bij het naderen van de avond
werp je een deel last opzij
maar er is nog zoveel waarde
wat je koestert en graag behoudt
soms kleinigheden
herinneringen van goud
zo dragen we ieder onze eigen rugzak mee
niemand die hem overneemt
je hoeft dus niets te vrezen
dat hij ooit wordt ontvreemd
copyright roos
De tijd;…….
Wat is de tijd een raar fenomeen.
Voor diegene die wacht duurt hij te lang,
Voor diegene met wie het goed te snel,
En toch,
toch laat hij zich door niemand afremmen,
toch laat hij zich door niemand opjagen.
De tijd……
Een raar fenomeen,
door sommigen gehaat,
door anderen geliefd
Maar voor ons allen een onontkoombaar iets.
copyright Lady Hill
Engel Michaël
Engel Michaël, daarboven op de kast,
Vrijwaar jij mijn familie van ongeluk en last?
Ik moet hen nu spijtig genoeg verlaten,
Hou jij ze vanaf nu een beetje in de gaten?
Zorg voor mijn zoon die van zijn vrouwtje houdt,
Bescherm mijn man, hij wordt ook al een beetje oud.
Lieve engel Michaël sta voor hen op wacht,
lieve engel Michaël, zorg dat ik gerust slapen kan vannacht.
Copyright Lady Hill
Dichtbij
Hoe breekbaar is het leven
Hoe kwetsbaar, hoe teer.
Nu jij hier niet meer bent,
besef ik dat temeer.
Ik wil je niet verliezen,
maar moet je laten gaan.
Ik draag je liefde met me mee,
maar voel opnieuw een traan.
Troost is de herinnering,
aan wie je was voor mij.
Diep geworteld in mijn hart,
blijf je altijd heel dichtbij.
copyright Tanja Helderman
Er is een vogel gestorven
Er is eens een vogel gestorven
en een goudvis is ooit doodgegaan
en ook het konijn van Marieke,
daarvan was ik ondersteboven,
ik wist toen dat dood kon bestaan.
Maar papa’s die mogen niet doodgaan,
niet mijn vader die groot is en sterk.
Wat moet ik daar nu mee aan?
Eerst dacht ik: hij slaapt alleen maar,
hij rust gewoon een beetje uit.
Maar hij is zo koud en hij zegt niets,
er is geen enkel geluid.
Hij is zo stil als de sneeuw
in de vroegte van de morgen,
zo leeg als de jas aan de kapstok.
Trok hij zo zijn lichaam uit?
Waar is hij gebleven sindsdien?
Papa, ben je een engel geworden,
een onzichtbare engel met vleugels?
Wil je dan mijn beschermengel blijven,
ook al zal ik je niet kunnen zien?
Zo zal ik je dichtbij me weten,
want papa’s die mogen niet doodgaan,
wel engelen worden misschien.
Heel even…..
Heel even, lijkt het door het lichtval
of door de wind
heel even weet ik
dat jij je hier bevindt.
Een streling langs mijn schouder
een vlam die plotseling dooft
een vlinder die blijft dralen
of zit het in mijn hoofd?
Heel even besef ik
jij bent altijd bij mij
voor heel even voel ik
het blijft voor altijd ” wij”.
copyright Ingrid Dettmer
Herinneringen
Dankbaar zijn we om de herinnering
Al doet het afscheid pijn.
Als om een waardevol geschenk
Van wat je voor ons hebt mogen zijn.
Dankbaar zijn we om al het mooie
Dat je ons hebt gegeven.
Zodat jij, zoals wij zijn,
In ons blijft verder leven.
Het is goed!
Bedenken dat het eigenlijk goed is,
Betekent niet dat ik je minder hard mis.
Is er een leeftijd waarop staat,
nu doet het geen pijn meer als iemand gaat?
Zat het je niet mee en zei je ik ben hier klaar.
Dan, ging alles plots weer goed en bleek niets minder waar.
Een heel lang en gezond leven lijkt ons allen fijn,
Maar eens dan komt de dag en dan lijkt lang plots veel te kort te zijn.
copywrite Lady Hill
Het kost niet zoveel…
Het kost niet zoveel iemand een glimlach te schenken,
Of je hand op te steken voor een vriendelijke groet,
Zo iets kan opeens de zon laten schijnen
In het hart van de mens die je zomaar ontmoet.
Het kost niet zoveel een hand uit te steken
Om een ander een beetje behulpzaam te zijn.
Een dankbaar blik is vaak de beloning,
Al was deze moeite voor u maar slechts klein.
Het kost niet zoveel om je hart wat te openen
Voor de mens om je heen in zijn vreugd en verdriet.
Wees blij, dat je zo wat kunt doen voor een ander!
Of is die ander je naaste soms niet?
Het kost maar heel weinig, je arm om een schouder,
Of alleen een maar een zachte druk van een hand.
‘t Is vaak voor de ander of hij heel even
In een klein stukje paradijs aanbelandt.
Het kost toch zo weinig om een andere te geven
Iets, wat je zelf toch zo heel graag ontvangt.
Liefde! Alleen maar door wat weg te schenken
Krijg je meer terug, meer dan je ontvangt.
Gedicht uit een Catharijneverhaal
Ik Mis Jou
Het daglicht schreeuwt
Ik ben verdoofd
Een wervelstorm raast door mijn hoofd
Toch is het stil naast mij
Ik mis jou
Mis jij mij
En ik weet niet wat ik zeg
En ik weet niet wat ik doe
Ik weet niet welke weg
En ik weet niet waar naartoe
Ik mis jou
Ik mis jou
Ik zie jou in een droom voor mij
Er staat een ander aan jouw zij
En langzaam breekt het beeld in mij
Ik mis jou
Mis jij mij
Een nieuwe dag
En alles verstomt,
Ik lig en wacht
Tot niemand komt
Ik wacht
Tot niemand komt
Ik mis jou
En ik weet niet wat ik zeg
En ik weet niet wat ik doe
Ik weet niet welke weg
En ik weet niet waar naartoe
Ik mis jou
Ik mis jou
copyright Stef Bos
Ik schrijf je vandaag wat dichter bij mij
Ik zou willen weten,
en het nooit meer vergeten,
hoe het daarboven met je is.
Ik zou willen vragen
tot in het einde der dagen,
of je het voelt hoeveel ik je mis.
Ik zou willen horen,
hoe je net als tevoren
verhalen vertelt over vroeger en toen.
Ik zou willen zwijgen,
om jou terug te krijgen,
al is het alleen maar voor een knuffel of een zoen.
Waar moet ik gaan zoeken
of ik jou nog kan bezoeken,
voor jouw lach, liefde en bestaan.
Waar schijnt de zon jouw licht,
straalt ze warmte op je gezicht,
is het dichtbij of ver van mij vandaan?
Ik schrijf je vandaag over al mijn vragen,
mijn herinneringen van alle mooie dagen,
ik wil je laten weten wat ik nog niet had gezegd.
Ik schrijf je vandaag over mijn tranen en al wat ik bedoel,
wil je laten weten hoeveel verdriet ik nu voel,
zo vele dingen zo vaak opzij gelegd.
Ik schrijf je vandaag wat dichter bij mij.
ik mis je in alle kleuren.
Ik zie je in bloemen
ik zie je in de zon.
Als ben je niet meer zichtbaar,
ik speur je warmtebron.
Steeds voel ik jou nabijheid,
steeds ben je om me heen.
Door wat we samen hadden
voel ik me niet alleen.
Vandaag begraaf ik jou in mij…
Vandaag begraaf ik jou in mij
Niet in de aarde, niet in die kist
Niet bij die bomen in de ochtendmist
Daar ben jij niet, jij bent veilig in mij.
Vandaag begraaf ik jou in mij
Niet bij die steen daar in die lange rij
Al die oude namen, daar hoor jij niet bij
Nee vandaag begraaf ik jou in mij.
Dan kan ik met je praten en antwoord geven
Dan blijf jij leven in mijn leven
Hier neem m’n ogen en kijkt met mij
Neem m’n voeten en loop met mij
We gaan naar huis nu wij allebei
Vanaf vandaag leef jij in mij.
Vandaag begraaf ik jou in mij
‘k zal je niet zoeken waar jij niet bent
Blijf maar bij ons hier, waar je iedereen kent
Jouw plaats aan tafel hou ik voor je vrij.
We zullen lachen en weer plannen maken
‘k zal met je slapen en met jou ontwaken
Hier neem m’n mond en lach met mij
Neem mijn handen en voel met mij
Wat je nog doen wou doe ik erbij
Vanaf vandaag leef jij in mij.
Haal weg dat kruis en al die witte bloemen
Verscheur die krant waarin ze jouw naam noemen
Hier neem mijn ogen en kijk met mij
Neem m’n hart en leef met mij
Want jouw dood is nu voorbij, vanaf vandaag leef jij in mij
‘K zal 2 levens leven met jou in mij.
copyright Rob de Nijs
Jij ging naar de overkant
Jij ging naar de overkant
Jij ging naar niemandsland.
De veerman heeft jouw hart gewonnen
En ik, ik ben de dans ontsprongen
Ik zag jou in de verte
Je keek nog 1 keer om,
Ik zag jou in de verte,
Ik zag je dansen met de dood.
Jij ging naar de overkant
Jij ging naar het niemandsland
De veerman heeft jouw hart gewonnen
En ik, ik ben de dans ontsprongen.
copyright Stef Bos
jouw huis is mee gestorven
Een dak, 4.muren van steen,
Voor een buitenstaander lijkt het niets,
Maar ik voelde me er thuis, ging er zo graag heen.
De warmte, jouw aanwezigheid,
Ik voelde mij er thuis.
Altijd was ik er zeker van:
Dit was meer dan een huis.
Bij verdriet, geluk of plezier,
we wisten; op 1 plaats moesten we zij,
En die plaats? Wel, die plaats was hier.
Nu voelt alles vreemd en kil,
Een ruimte vol dozen en materiaal.
Bij het binnenkomen is het koud en stil
Tja, niemand die het kan verstaan,
Jij ging uit ons leven en plots..
Is onze thuis ook dood gegaan..
Lady Hill
Kijk naar het heden
Kijk naar het heden
het is je leven
je leeft Vandaag
in deze korte tijdsspanne
ligt al het wezenlijke
van ons bestaan:
de vreugde van groei
de luister van leven
de glorie van kunnen
Want Gisteren is herinnering
en Morgen slechts een beeld
Maar echt geleefd Vandaag
maakt elke Gisteren
tot een mooie herinnering
en elk Morgen
tot een beeld van hoop
Kijk dus goed naar de dag van Vandaag
Kon ik maar even bij je zijn;…..
Kon ik maar even bij je zijn, gewoon zomaar heel even,
even met je praten over alledaagse dingen dingen in het leven.
Kon ik maar 5 minuten bij je langs gaan, of je even bellen, al was het maar vijf minuten,
om even over mijn werk te vertellen.
Kon ik maar even een berichtje sturen, zomaar 1 of 2, waarop jij heel vaak antwoord gaf met simpel OK.
Kon je nog maar even bij me komen, al was het maar heel even. Dan kon ik mijn verhaal doen en jij kon mij dan een bevestiging geven.
Kon ik je nog maar even spreken, eventjes naar je toe. Kon je nog maar tegen me zeggen dat ik het heus allemaal goed doe.
Dat is wat ik het meeste mis, die alledaagse dingen. Praten over van alles en nog wat, het zijn nu slechts herinneringen.
Als ik weleens onzeker was, dan pepte jij mij op. Dan gaf je me bevestiging en zei je “Kom op!”
Tranen weg, nu weer door, dat is altijd wat je zei. En ook al ben je er niet meer,
je leeft voort in mij.
copyright Linne
Mijn opa
Mijn opa was een opa zoals niemand heeft gehad,
Mijn opa was een…….. , mijn opa was een schat.
Ondanks dat de jaren verstrijken is mijn opa niet dood,
hij leeft verder in mijn gedachten, dan zit ik op zijn schoot.
Ik denk nog vaak aan hem, bijna iedere dag,
dan zie ik hem in mijn gedachten en hoor ik zijn lach.
Wij hadden een interactie, iets heel speciaal,
nu ik wat ouder ben herinner ik het mij helemaal.
Ik zou hem zo graag nog eens zien,
Dat is, weet ik, niet mogelijk, maar later wel, misschien.
Dan zou hij me zeggen: “je hebt het goed gedaan”,
Want op mijn fouten, daar keek opa mij nooit op aan.
Je ziet, het is zoals ik zei: Mijn opa is een schat,
ik wil hem dan ook bedanken voor alle jaren die ik met hem had.
Nanc
Ongeneeslijk ziek
Je bent ongeneeslijk ziek,
steeds verder val jij weg,
wat dokters ook proberen,
wat ik ook zeg.
Hoe hard je ook strijdt,
wat ik ook probeer,
ik hoor dokters zeggen,
hij haalt het niet meer.
Dan kom je ons te zeggen,
zet de apparatuur nu maar op stop,
ik heb genoeg gestreden,
ik ben echt helemaal op.
Dokters zetten heel zachtjes
alle apparatuur stil,
het doet mij zoveel pijn,
maar dit is wat jij wil.
Dan zeg ik zachtjes tegen jou,
je bent zo dapper en zo sterk,
heb nog eventjes geduld,
dan doet de tijd zijn werk.
Ik kijk naar jou,
jij kijkt me aan,
nog 1 maal samen knuffelen,
dan laat ik jou gaan.
je sluit je ogen,
je mond valt dicht,
ik aai zachtjes over je hand,
steeds witter word jouw gezicht.
Ik voel dat ik moet huilen,
dan valt er een traan,
het dringt niet tot me door,
je bent nu echt bij me vandaan.
Dan hoor ik jou in gedachten zeggen,
jij bent zo dapper en zo sterk,
heb geduld met het verwerken,
dan doet de tijd zijn werk.
Ongrijpbaar:
Is dit iets wat ik echt beleef
Is dit een droom die geen reden heeft
Als ik ontwaak is dit weer voorbij
Dan sta jij weer bij mij
Ik zie je waar ik kijk
Voor eeuwig zij aan zij
Ook al is verdriet ongrijpbaar
Ik weet
Als ik aan jij denk en jij daar opeens…
Je ziel leeft voort in mij…
Als ik moe en vertwijfeld was
Bracht jij mij weer naar het groene gras
Jij was de glans in mijn grijze lucht
Gaf ik jou wel genoeg terug
Ik zie je waar ik kijk
Voor eeuwig zij aan zij
Ook al is verdriet ongrijpbaar
Ik weet
Als ik aan jij denk en jij daar opeens…
Je ziel leeft voort in mij…
………….Je ziel leeft voort in mij;….
copyright Gene Thomas
pap
Nooit geen gein meer, nooit geen grap,
Nooit meer……. Nooit meer pap.
Nooit meer ……, nooit meer spelen,
Nooit geen snoepjes meer uit delen.
Nooit meer komen, nooit meer voor je zorgen,
Nooit meer na de dag van morgen.
Nooit meer eenzaam, nooit meer aldaar,
Ooit weer samen, met z’n allen bij elkaar.
Papa, welke ster ben jij?
Papa welke ster ben jij?
het zijn er zoveel, mij niet bekend
en niemand die mij kan vertellen
welke mooie ster jij bent…
Ik kijk omhoog naar de zwarte lucht
ik blaas wolkjes van de kou
maar er is geen ster die zachtjes zegt
Lieve meid, ik hou van jou
Papa, welke ster ben jij?
Ik moet nu slapen, ik ben moe
maar in mijn mooiste dromen
vlieg ik direct naar je toe…
copyright Marion Middendorp
Er is een vogel gestorven
Er is eens een vogel gestorven
en een goudvis is ooit doodgegaan
en ook het konijn van Marieke,
daarvan was ik ondersteboven,
ik wist toen dat dood kon bestaan.
Maar papa’s die mogen niet doodgaan,
niet mijn vader die groot is en sterk.
Wat moet ik daar nu mee aan?
Eerst dacht ik: hij slaapt alleen maar,
hij rust gewoon een beetje uit.
Maar hij is zo koud en hij zegt niets,
er is geen enkel geluid.
Hij is zo stil als de sneeuw
in de vroegte van de morgen,
zo leeg als de jas aan de kapstok.
Trok hij zo zijn lichaam uit?
Waar is hij gebleven sindsdien?
Papa, ben je een engel geworden,
een onzichtbare engel met vleugels?
Wil je dan mijn beschermengel blijven,
ook al zal ik je niet kunnen zien?
Zo zal ik je dichtbij me weten,
want papa’s die mogen niet doodgaan,
wel engelen worden misschien.
Papa’s sterven niet
Pappa’s sterven niet.
ze glijden hooguit naar de overkant.
Ze leven verder in wie blijft,
in woorden en gedachten
in verhalen, gevoel en tederheid.
Pappa’s sterven niet.
Ze blijven altijd in de buurt.
Je zien hen in de spiegel,
in een stukje van jezelf.
Je voelt hen in de pracht,
die het leven heet.
Pappa’s sterven niet.
Ze worden bewaarders van de tijd.
Onze band
Soms tik je tegen mijn raam,.
Een andere keer vlieg je een stukje met me mee.
Dan kletsen we wat en zijn we beiden tevree.
Niet omdat je hier niet meer bent
Maar vooral omdat je mij zo goed kent.
Onze gesprekken zijn niet meer fysiek
Maar onze band is en blijft uniek.
Jouw beslissing
Bij dageraad bracht de zon ons je verhaal
dat begon met stralen van zelfstandigheid gebundeld tot vastberadenheid.
Creëren en ondernemen, geven en nemen, tot onbuigzame wil warmte, soms zo stil.
Een echtgenoot, een zoon, twee kleinzoons en een zus zoeken in de diepte van je handpalm de innige kus.
De onrechtvaardige strijd eindigde met verborgen spijt: geen leed dat leidt tot leven in onwaardigheid.
Je vastberaden beslissing viel erg zwaar alleen met ons allen samen draagbaar.
De zon zal niet meer schijnen als weleer, elke ochtend doet pijn, keer op keer.
Maar in de stilte van de nacht houden herinneringen de eeuwige wacht.
copyright John De Brabanter
Uw strijd is gestreden,
het leven was soms zwaar.
Maar uw liefde,
houdt ons allen bij elkaar.
Opeens heb ik een goed idee,
in gedachten neem ik een laatste foto van u mee.
Ik kijk nog een keer heel goed naar u,
‘klik’ zeg ik in mijn gedachten
Waar ben je nu daarboven?
Kijk je stiekem mee?
Of moet ook nog wennen,
Net als ik aan het idee?
Waar ben je nu daarboven
En zie je ons nu hier?
Moet je lachen, tranen in je ogen,
Van verdriet of van plezier?
Waar ben je nu daarboven,
ken jij ook het missen van?
Of weet je ook dat in je hart
Je niemand vergeten kan?
copyright Papierpleziertjes • Fem
Waar is de Hemel?
Weet iemand waar de hemel is?
Moet ik hier dan rechtdoor?
Of na de regenboog rechtsaf,
en dan nog langs het Engelenkoor?
Kom ik dan de gouden Fontein nog tegen?
Of de plek waar ze de wolken wegen..
Misschien zie ik zelfs het pad van zonnestralen
Dan kan ik daar wat kracht uit halen
Ik zou graag eens willen kijken
Kijken hoe het daar is,
Naar iedereen die ik heb verloren
En telkens nog zo vreselijk mis
Dus, als iemand me laat zien hoe ik daar kom
Dan loop ik daar graag een stuk voor om
Til me op en neem me mee
Een stukje vliegen over de zilveren zee
Ik denk dat ik moet wachten, tot mijn eigen tijd gekomen is
Dan zal ik vliegen, springen en rennen naar diegenen die ik mis
Het weerzien zal fantastisch zijn, warme armen om me heen
En ben ik eindelijk na al die jaren, niet meer zo alleen.
copyright gedichtenstad
Zeg het vandaag!!
Wie weet wat morgen brengt
Wie weet waar jij dan bent
Nee, niemand kan voorspellen
Hoe de toekomst is gepland
Heb jij genoeg gezegd
Heb jij genoeg gedaan
Wat echt belangrijk is
Waar alles echt om draait
Als dit je laatste dag zou zijn
En je nog één ding zeggen kon
Kijk dan niet terug met spijt
Laat alles nu maar los
Als dit je laatste dag zou zijn
Laat mij niet met die vraag
Zeg één keer dat je van me houdt
Maar zeg het dan vandaag
Wat als je nu nog wacht
Wat als het stopt vannacht
En jij niets hebt gezegd
Maar alleen maar hebt gedacht
Heb jij genoeg gezegd
Heb jij genoeg gedaan
Wat echt belangrijk is
Waar alles echt om draait
Als dit je laatste dag zou zijn
En je nog één ding zeggen kon
Kijk dan niet terug met spijt
Laat alles nu maar los
Als dit je laatste dag zou zijn
Laat mij niet met die vraag
Zeg één keer dat je van me houdt
Maar zeg het dan vandaag
Een laatste dag, een laatste kans
Een laatste lach, een laatste dans
We dansen tot de ochtend komt
Ik dans met jou de wereld rond
Vannacht zet ik een stap opzij
Hij is van jou en niet van mij
Ik zie je graag, mijn beste vriend
Jij had hier net iets meer verdiend
Als dit je laatste dag zou zijn
Je nog één ding zeggen kon
Kijk dan niet terug met spijt
Laat alles nu maar los
Jij
Alles ademt hier jouw ziel,
Zelfs de stilte kan niet liegen
Sinds je mij zo vlug ontviel
Heb je vleugels om te vliegen.
Je zweeft voort als een kommeet,
Door de stroom van mijn gedachten.
Tis alsof ik zeker weet
Dat je zit op mij te wachten.
Alles ademt hier jouw geest
Als ik opsta of ga slapen.
Jij bent zoals steeds geweest,
Mijn trouwste troostend wapen.
Als je sterft
Als je mij iets zou willen geven
Dan zou ik vragen
Sterf niet met mij
Omhels het leven
Je mag bedroefd zijn
Maar wanhoop niet
Verdrink niet in te groot verdriet
Als je mij nog iets wil schenken
Dan zou ik zeggen
Blijf de toekomst zien
Blijf hoopvol denken
Zodat je uitgroeit en voluit leeft
En het leven alle kansen geeft.
Beetje bij beetje
Beetje bij beetje moesten we jou verlaten
We konden uiteindelijk niet meer met je praten.
Die blik, die stilte, dat deed zo vaak zeer.
De mama van vroeger was je niet meer.
We zagen heel goed jouw stille verdriet,
Maar helpen konden we jou niet.
De leegte zonder jou is met geen pen te beschrijven,
de leegte zonder jou zal altijd blijven.
Maar veel fijne herinneringen verzachten onze smart
Voorgoed uit ons midden maar altijd in ons hart.
Je moest gaan
De dag brak aan
dat je van ons weg moest gaan.
Verloren, verdrietig vervolgen wij ons pad,
Hadden wij toch maar wat meer tijd samen gehad.
Afscheid nemen doet zo’n pijn,
maar we zijn blij dat je bij ons hebt mogen zijn.
Diep in mijn hart
Ik zoen je koude voorhoofd,
laat mijn warme hand er strelend overgaan.
Ik fluister je heel zachtjes toe,
dat al je wijze daden diep in mijn hart gebeiteld staan.
Het verlies voor het einde
Het verlies was er al voor het einde,
het verdriet voordat het afscheid kwam.
Toen die onzekere verwarring,
Bezit van jouw gedachten nam.
Maar als we je bezochten elke keer,
dan was er steeds die glimlach weer.
We voelden mee met jouw stil verdriet,
nu rouwen wij maar treuren niet;
Een leven nog zo klein en pril
Een leven nog zo klein en pril,
een leven nog zonder eigen wil.
Nog veilig geborgen in moeders schoot,
vond jij in rust een stille dood.
Negen maanden had je bijna volbracht,
maar wij hebben tevergeefs gewacht.
Je was zo mooi, zo zacht zo fijn,
heel even mochten we bij je zijn.
Wij zullen je nooit vergeten maar,
hoeveel wij van je houden zal jij nooit weten.
Het zou een zachte dag worden
Die ochtend in;…
het zou een zachte dag worden
De hemelsblauwe lucht kon niet merken,
Dat donkere wolken hem bedreigden.
Tot plots, alles zwart,
het onweer barste los.
En terwijl de regen plensde,
vloog een mooie kleine vogel,
die niets liever deed alles te ontdekken,
het oneindige tegemoet.
Al wat sterft zal bloeien
De bomen komen uit de grond
En uit hun stam de twijgen
En ied’reen vindt het heel gewoon
Dat zij weer bladeren krijgen
We zien ze vallen op de grond
En dan opnieuw weer groeien
Zo heeft de aarde ons geleerd
Dat al wat sterft zal bloeien
en
Het leven heeft mij dag aan dag
heel duidelijk laten blijken,
de mooiste dingen die je ziet,
die zie je, zonder te kijken.
Ze blijven bij je bovendien,
je hebt ze met je hart gezien.
copyright Toon Hermans
Als ik kon
Als ik kon dan…
Kroop ik op mijn knieën
naar China en weer terug.
Dan legde ik alle wegen aan
bouwde ik een brug.
Als ik kon dan…
Vloog ik naar de sterren
en klom ik naar de maan.
Dan liet ik de zon weer schijnen,
de tijd liet ik even stilstaan.
Als ik kon dan…
Zocht ik bij de regenboog,
tussen de wolken en de lucht.
Dan vond ik je in de hemel
en haalde je terug.
Maar wat ik wil dat kan ik niet.
Ik moet je laten gaan.
Ik heb de leegte te accepteren.
Met jou bij mij vandaan.
De leegte mag ik vullen.
Ik vervolg mijn weg en ik vertrouw
en elke stap die ik verder maak
blijf ik verbonden met jou!
copyright Karin Anbergen
De dood is niets.
Ik ben alleen maar naar de overkant.
Ik ben ik, jij bent jij.
Wat we voor elkaar waren, zijn we nog steeds.
Noem me zoals je me altijd genoemd hebt.
Spreek tegen mij zoals vroeger, op dezelfde toon,
niet plechtig, niet droevig.
Lach om wat ons samen heeft doen lachen.
Bid, glimlach, denk aan mij, bid met mij.
Spreek mijn naam uit thuis,
zoals je altijd gedaan hebt, zonder nadruk,
zonder zweem van droefheid.
Het leven is wat het altijd geweest is.
De draad is niet gebroken.
Waarom zou ik uit je gedachten zijn?
Omdat je me niet meer ziet?
Neen, ik ben niet ver,
daar, aan de andere kant van de weg.
Zie je, alles is goed.
Droog je tranen en ween niet,
als je van mij houdt.
In alles….
In alles wat ik doe
draag ik je mee.
Alles wat ik voel,
voel ik voor twee.
In alles wat ik zeg
roep ik je naam.
Overal waar ik sta,
zal ik er voor twee staan.
In alles wat ik zie
kijkt mijn blik voor jou.
Kleuren van de regenboog,
de hemel stralend blauw.
Ik zal van je blijven houden
op deze wereld hier.
Verdriet overwinnen,
op zoek gaan naar nieuw levensplezier.
Met jou in mijn hart,
in mijn ziel, in heel mijn wezen
zal je altijd bij mij zijn
en mijn vreselijke wond genezen.
copyright Karin Anbergen
Het afscheid,
Elke middag is een afscheid van de morgen,
Elke morgen is een afscheid van de nacht.
Ieder afscheid zal je een beetje pijn bezorgen,
Het is of je na een afscheid toch nog wacht.
Als je een allerlaatste afscheid hebt genomen,
Blijft degene die vertrok je toch steeds bij,
Ook al weet je dat hij niet terug zal komen,
In gedachten staat hij altijd naast je zij.
Ieder afscheid kost een stukje van je leven,
Omdat ergens toch wat liefs verloren gaat,
Alles wordt een mens maar tijdelijk gegeven,
Je verliest iets, als een geliefde je verlaat.
Hoeveel deuren heeft een mens al niet gesloten,
Achter elke deur rust een herinnering
Waarvan je samen zo dikwijls hebt genoten,
Ieder afscheid is een soort ontmoediging.
Maar toch gaan er ook weer altijd deuren open,
Zie je weer een lach en druk je weer een hand,
Komt een stukje toekomst naar je toe gelopen,
Zet je het gemis maar even aan de kant.
Afscheid nemen is dus ook opnieuw beginnen,
Ook al draag je het verleden met je mee,
‘t Leven leert je ieder afscheid overwinnen,
En dat is toch een bemoedigend idee!
Ik zal aan je denken.
Je ging,
maar je bent niet echt dood,
Want ik zal aan je denken.
Als het leven arbeid vraagt,
en ik moe ben maar voldaan,
dan zal ik aan je denken.
Als ik de waarheid hoor,
en de eenvoud gadesla,
dan zal ik aan je denken.
Als het even moeilijk wordt,
maar humor helpen kan,
dan zal ik aan je denken.
Als ik eenzaam achterblijf,
en de herinneringen niet meer delen kan,
dan zal ik aan je denken.
Als op een dag,
Ik ook ooit moet gaan,
Dan zal ik aan je denken.
Levensboom
Als je aan een boom zou vragen;
hé boom, sta jij nou graag alleen?
Dan zou hij, denk ik, zeggen:
geef mij maar boompjes om me heen.
Zou je aan vader vragen:
hé vader, sta je graag alleen?
Dan zou hij, denk ik, zeggen:
geef mij maar mensen om mij heen.
Als je aan een boom zou vragen:
aan wie geef jij het leven door?
Dan zou hij, denk ik, zeggen:
daar heb ik nou mijn takken voor.
Zou je aan je moeder vragen
aan wie geef jij het leven door?
Dan zou ze, denk ik, zeggen:
ja kijk daar heb ik jou nou voor.
Zou je aan oma vragen:
jouw leven, waar komt dat vandaan?
Dan zou ze, denk ik, zeggen:
van oma’s die niet meer bestaan.
Dus bomen zijn als mensen:
geen van twee staat graag alleen;
in kinderen en in takken,
zo groeit er leven om je heen
Jij, je vader en je moeder
dat is een soort van levensboom;
die tak een eindje verder,
dat is een tante of een oom.
Maar die opa’s en die oma’s
die jaren terug gestorven zijn?
Ja kijk, ik zal maar zeggen,
dat zullen wel de wortels zijn.
Onderweg naar iets?
Zijn wij onderweg naar iets
Of is het maar een reis naar niets?
Leven tussen vreugde en pijn,
zou dat werkelijk leven zijn?
Is het leven;…….zomaar leven,
of een deel van een groot plan?
Soms kom je iets eeuwig tegen
en heel even denk je dan.
Dat het licht weer op kan stralen
uit een diepe duisternis.
En dat leven wordt geboren,
uit al wat al gestorven is.
Ze zeggen….
Ze zeggen zoveel. Dat het went.
Dat de tijd een helende mantel is.
Zoveel dat het overgaat als griep,
Vervaagt in het stof van de dagen.
Maar het blijft hangen als mist op
Mijn haar. Ik overwinter in verdriet
Om hoe het was, had kunnen zijn.
Jij bloeit liever dan ooit voordien,
Met nog zachtere kleuren van leven,
Hoewel ze zeggen dat het niet mag.
Ze zeggen zoveel. Of liever nog niets.
En dat went nooit.
Tot aan de poort
Tot aan de poort heb ik je vergezeld,
jij ging naar binnen; ik bleef buiten staan.
Ik keek je na, verbijsterd en ontsteld,
en tastend ben ik hier mijn weg gegaan.
De wereld was te groot voor mij alleen,
en alles wankelde, elk woord deed pijn.
En daar waar gisteren de zon nog scheen
hing nu een ondoordringbaar mistgordijn.
Een golf van wanhoop stormde op mij aan,
maar willoos ging ik verder, moe en mat;
en in een zee van leed was ik vergaan
Als ik de steun van mijn familie en vrienden niet gevoeld had.
Zachtjes, heel zachtjes
Zachtjes, heel zachtjes
Ben je van ons weggegleden.
Stilletjes, heel stilletjes
Heb je jouw strijd gestreden.
Dag na dag
heb je afscheid van ons genomen
Meer en meer leefde je in vreemde dromen
Nu zijn die dromen voorbij
Wees niet bevreesd.
Je bent nu vrij!
Weggaan is iets anders
Weggaan is iets anders
dan het huis uitsluipen
en zacht de deur
dichttrekken achter je bestaan
en niet terugkeren.
Weggaan kun je een beetje beschrijven
als een soort van blijven.
Niemand wacht want je bent er nog,
niemand neemt afscheid
want je gaat niet echt weg.
Als ik je naam in het zand had geschreven
Als ik je naam in het zand had geschreven,
hadden de golven hem na korte tijd uitgewist.
Als ik je naam in een boom had gegrift,
was de schors met de tijd vergaan.
Als ik je naam in marmer had gekapt,
was de steen na veel tijd gebroken.
Maar ik heb je naam in mijn hart geborgen,
en daar wordt hij voor de eeuwigheid goed bewaard.
Wanneer je doodgaat hoef je niet te sterven.
Wanneer je doodgaat hoef je niet te sterven,
als er maar enkele mensen je liefde en warmte erven.
Wanneer je sterft, verdwijn je niet
want zo vele herinneringen blijven,
ook na de fase van verdriet.
Afscheid nemen is een wandeling
en daar waar de wolken in de hemel schuiven,
blijf je staan en kijkt om,
want je wil nog even wuiven naar je kinderen en kleinkinderen,
familie en vrienden.
In jouw ogen speelde ’t licht
In jouw ogen speelde ’t licht,
van duizend zonnestralen.
nu aan het einde van je plicht
is men je komen halen.
Ik zag op jouw allerliefste gezicht,
omkranst door grijze haren.
Zozeer de stempel in je gezicht,
van al die harde jaren.
Nu zijt ge stilletjes heengegaan,
ver weg van alle zorgen.
Jouw liefde blijft voor ons bestaan,
diep in ons hart geborgen.
copyright Jan Van Nijlen
Ik ga op reis
Ik ga op reis, zonder bagage, helemaal alleen
Ik ga op reis en ik weet nog niet waarheen
Achter mij voel ik groot verdriet
van al diegenen die ik achterliet
Ik sta voor de scheiding met het nieuwe land
Voor de brug, de schakel met de overkant
In de hemel regenbogen vol kleuren, als poorten die me met vreugde onthalen
Het licht komt naar me toe en alles lijkt te stralen
Ik voel nog twijfel, zal ik de brug overgaan?
De brug, de schakel met mijn nieuwe bestaan.
Mijn hart zegt “blijf” en “geef je over”.
Vol vertrouwen wil ik verder gaan,
op weg naar mijn nieuwe leven
Op het moment, als ik me helemaal overgeef
Lijkt het wel alsof ik heerlijk zweef
Ik voel de liefde aan de overkant
Ik zie de anderen, die reiken naar mijn hand
Ik zie het witte licht, dat in de verte schijnt,
en ik voel dat alle angst in mij verdwijnt
Diep van binnen, voel ik warmte mij omringen
Waardoor ik vol vertrouwen mijn nieuwe leven ga beginnen
Je vindt me terug in de wind.
in de zomer blaas ik door je haren,
dan zorg ik voor verkoeling.
meestal blaas ik zacht
soms harder dan mijn bedoeling.
Af en toe werk ik wel eens tegen,
Maar heel vaak met je mee,
Dan blaas ik je in de rug
Zodat je lopen kan voor 2.
En zo ben ik er altijd,
Ook al zie je me niet,
Dan blaas ik je tranen droog,
wanneer je huilt van verdriet.
Afscheid
Gisteren was je nog hier,
vandaag niet meer.
Hoe moet ik nu afscheid nemen,
als ik niet meer kan zeggen tot een volgende keer?
Waar kan ik je vinden?
In een wereld hierboven, is het daar?
Maar misschien zijn al die verhalen ook helemaal niet waar.
Misschien moet ik je zoeken, in de bomen, de regen of de wind,
of zit je ergens verscholen op een plaats waar niemand je vindt?
Van 1 plaats ben ik zeker, bij alles wat ik doe,
Je zit heel diep in mijn hart, en zo neem ik je overal met me mee naartoe.
copyright Hilde Massaer
Alles is ons maar te leen.
Ze zijn ons maar geleend,
de vele mooie dingen,
die lief, vertrouwd en veilig
ons dagelijks omringen.
Het is ons maar geleend:
gezondheid, welvaart, het leven.
En wij, wij pakken het aan,
als was het ons voor eeuwig gegeven.
Ze zijn ons maar geleend
die vele aardse dingen.
De enige eigendom die we echt hebben
Zijn de mooie herinneringen.
Ooit kom ik je weer tegen
Lopende over hemelse wegen
Waar ik nu ben in beland
Ruikt het heerlijk naar de bloesem.
Strijkt een vlinder neer in de palm van mijn hand.
Alles geeft hier rust en vrede,
ben verlost ook van mijn pijn.
Oude bekenden kom ik tegen,
toch wel fijn dat zij er zijn.
Grote bomen langs de paden,
bladeren ruisend als de zee.
Pak mijn hand wil ik je zeggen
En kom even met mij mee.
Nooit heb ik beneden geweten
Dat het hier zo mooi zou zijn.
Alleen jullie daar achter laten,
Jullie verdriet, dat doet me pijn.
Blijf nog maar even beneden,
Ik ben hier nog niet klaar.
Ik ga, voor jullie de mooiste bloemen plukken,
En dan wacht ik jullie ook op, echt waar.
Dan komen wij weer samen,
heb ik een mooie bos in mijn hand.
Dan toon ik jullie al dit moois
in dit mooie hemelland.
Als een vogel…..
Als een vogel vlieg ik
Soms lijkt het alsof ik zweef
Al spelend met de wind
Voel ik dat i leef
Ik merk de warme zonnestralen
Ik ruik iedere bloemengeur
Ik ben verrast door de intensiteit
Van de diversiteit aan kleur
Ik wil me dit herinneren
Dit prachtige moment
Voor een tijd die misschien komt
Wanneer ik niet zo vrolijk ben
Ik plaats het in een doosje
Met een gouden lintje en dan
Weet ik precies op welke plek
Ik deze kleuren weer vinden kan
Ik ben dankbaar voor deze blik
Ik kijk verwonderd en ben blij
Ik sla mijn vleugels uit
Ik voel me van zorgen verlost en vrij.
Dag opa
4 handen werden 2,
2 zielen werden 1
Triljoen mooie woorden
maar voor dit moment geen 1
Oma laat je achter,
samen, niet alleen.
Ook al ben je ver van hier,
ze heeft ons nog om haar heen.
Ik vind je lief, lieve opa
ga maar weg en rust heel zacht.
De herinneringen aan vroeger
geven mij de kracht.
Om je los te laten
je te laten gaan.
En je toch vanbinnen
dicht naast me te laten staan.
Dag Opa
Als ik dood ga….
Als ik dood ga,
Bel niemand op
houd mijn dood voor iedereen stil.
Zend geen brief en brand geen kaars
dit is wat ik wil.
Als ik dood ga
Vertel geen mens
over die grijzende lok.
Schud mijn kussens op,
verban de muis naar haar hok.
Als ik dood ga,
Ben ik niet echt dood
Dat moet je weten,
Het is heimwee die je voelt,
dood ben ik pas als jij mij bent vergeten
Als ik dood ga,
Ben ik ook niet weg
Dat moet je weten,
Tis maar een verlangen waarnaar je hunkert,
dood ben ik pas als jij mij bent vergeten.
Ik zou je wel nog iets willen vragen,
Als je mij echt iets wil geven,
Sterf niet met mij,
Maar omhels het leven.
Als je mij mist,
Wanhoop niet,
Je mag bedroefd zijn,
Maar verdrink niet in te groot verdriet.
En als laatste wou ik nog zeggen,
Als je mij nog iets wil schenken:
Blijf de toekomst zien en
Blijf hoopvol denken.
Want ik wil dat je uitgroeit,
Dat je volop leeft,
Dat je een toekomst schrijft,
En het alle kansen geeft.
De dood
Hij zal jou niet overslaan.
Nergens belde hij ooit aan
Nooit de vraag: ’Kom ik gelegen?’
Stoot zijn zeis overal tegen.
Geeft je te weinig tijd om te gaan,
Laat zijn koffie ongegeneerd staan.
Beloftes worden niet gedaan
Je hoeft enkel met hem mee te gaan.
Hij zal nooit zijn voeten vegen.
Op de vraag waarom, wordt stuurs gezwegen
Je bent opeens zo moe,
Het te doen werk doet er niet meer toe.
Hij zegt: je wist toch dat ik ooit zou komen,
Ik laat je slapen zonder dromen.
De grote eik
De wind blies hard dag en nacht,
De herfst kreeg zijn bladeren in zijn macht.
Zijn takken vielen, de ouderdom deed zijn werk,
En toch bleef de eik, groot en sterk.
De eik hield zijn wortels stevig in de grond,
Terwijl andere bomen sneuvelden in het rond
De wind gaf op en vroeg ontdaan;
Hoe komt het toch dat jij blijft staan?
De eik vertelde: ik weet heel goed,
dat jij mijn takken breken moet.
mijn bladeren elke winter verjagen wil,
ervoor gaat zorgen dat ik het koud krijg en kil.
Maar mijn wortels diep en sterk,
stellen, sinds mijn geboorte, alles in zijn werk.
Zij zijn het die me maken,
Een basis waar niemand aan kan raken.
Tot nu bleef ik me af vragen,
Hoeveel ik uiteindelijk zou kunnen verdragen.
Maar vandaag kwam ik erachter, met dank aan jou,
Dat ik nog sterker ben dan ik ooit hopen zou.
copyright Hilde Massaer
De koffie geurt
De koffie geurt in de keuken,
Ma die op ons wacht,
Altijd voor ons klaar,
Iedere dag, elke nacht.
Tijd verstrijkt,
De oude tafel wordt te klein,
Toch koesteren we ze met kinderlijk verlangen,
De warmte en gezelligheid, die er nog altijd zijn.
Vader aan het venster,
Kijkende op “zijn straat”,
Moeder aan het aanrecht,
Tussen het vuur en de vaat.
En nu is het venster leeg,
de aanblik doet me zeer.
De plaats in de keuken verlaten,
de koffie geurt niet meer
En daar, in een hoekje in de gang,
2 paar sloefen, een van hem en een van haar,
Onder de oude spiegelkast,
Te wachten op elkaar.
De tijd
De tijd;…….
Wat is de tijd een raar fenomeen.
Voor diegene die wacht duurt hij te lang,
Voor diegene met wie het goed te snel,
En toch,
toch laat hij zich door niemand afremmen,
toch laat hij zich door niemand opjagen.
De tijd……
Een raar fenomeen,
door sommigen gehaat,
door anderen geliefd
Maar voor ons allen een onontkoombaar iets.
December
December komt voor iedereen,
Bomen zuchten in de wei,
Takken gaan gebukt onder de kleuren van een droef gewei.
Het ruisen van oude dromen,
Overstemd door verstild verdriet,
Blauw, rood en groen, meer niet.
En tijdens deze halve regenboog,
Enkel zichtbaar ter plekke hier,
glijdt de maan geluidloos naar haar laatste kwartier.
Duizend stille woorden in een boeket
Leen me duizend stille woorden
En ik schrijf je een boeket
Dat ik in een vaas vol tranen
Voor het raam heb neergezet
Elke bloem is een gedachte
Is een naam, een stem, een ding
Elke tak een kostbaar teken
Van al jouw herinnering
Zit ik in een ruimte vol frustratie,
Stil en somber in de nacht,
Dan staat die mooie bos vol kleuren
Als een heilsoldaat
Op wacht.
Leen me duizend stille woorden
En ik schrijf je een boeket
Ik heb het in een hart vol liefde
Binnen handbereik gezet.
Op sterven staat geen leeftijd
Bedenken dat het eigenlijk goed is,
Betekent niet dat ik je minder hard mis.
Is er een leeftijd waarop staat,
Nu doet het geen pijn meer als iemand gaat?
Zat het je niet mee en zei je: ik ben hier klaar,
Dan ging alles plots weer goed en bleek niet minder waar.
Een heel lang en gezond leven lijkt ons allen fijn,
Maar eens dan komt de dag en dan lijkt lang plots veel te kort te zijn.
Oud worden
Je haren niet meer zwart,
Ze kleuren langzaam grijs.
Je kleurt ze terug en denkt
Ik raak niet van de wijs.
Je ouderdom rukt langzaam op
Een stapje elke dag
Je handen worden wat beverig,
Maar stralend blijft je lach.
Je spieren steeds wat stijver,
je geheugen wordt traag.
je struikelt over stenen
je ziet de wereld vaag.
Je oren horen plots niet meer
Wat er wordt gezegd.
Je eet veel minder dan normaal
Maar je aandacht die blijft echt.
De tijd eet van jouw hersenen
Er vallen gaten in.
Zelfstandig wonen
Dat zit er niet meer in.
We moeten je verhuizen
Een afscheid van jouw thuis.
Nu zit je in een kamer
Van een verpleegtehuis.
Je woorden worden moeizaam
Met eten krijg je hulp.
Je lacht nog wel naar ons,
Maar kruipt meer in je schulp.
Waar is die mooie stoere vrouw
Die overal op af ging.
Die wandelde en boeken las
En zei: dit is mijn ding.
Zij is niet meer
En toch nog wel.
Ik kijk je vragend aan.
Naar waar is die levendige geest van jou gegaan
Plots is ook jouw laatste
Zijn gegaan,
Ik wens je rust
En voel een traan.
Nooit meer kind zijn
Mama ik mis je zo…
Bij wie moet ik nu mijn verhaal doen?
Wie luistert ernaar zoals jij?
Wie pept me op als ik onzeker ben?
En als ik het moeilijk heb…wie staat me bij?
Mama ik mis je zo
Wie kent me zoals jij me kende?
Wie houdt er van me zoals jij dat deed?
Wie vraag ik nu om raad?
Wie kan ik nu bellen als ik het niet weet?
Mama ik mis je zo. …
Bij wie kan ik gewoon even huilen?
Bij wie kan ik gewoon even klagen?
Wie is er onvoorwaardelijk voor me?
Aan wie kan ik echt alles vragen?
Mama ik mis je zo…
Niemand kan jou vervangen
Niemand houdt zoveel van mij als jij
Dat kan ik ook van niemand verlangen
Jij was er onvoorwaardelijk voor mij
Bij jou kon ik helemaal mezelf zijn
Even nog een kind als ikdat wou
Of als ik dat even nodig had
Ook al ben ik een volwassen vrouw
Maar nu jij er niet meer bent
Is dat allemaal voorbij
Nu kan ik nooit meer kind zijn
Zonder een moeder zoals jij…
Ik weet niet of ik dat wel kan…
Maar die keuze heb ik niet…
Nu moet ik verder leven…
Alleen met mijn verdriet.
Want ook al heb ik nog een lieve vader en een prachtig kind.
Een fijne zus, een geweldige man
Het is gewoon niet te vergelijken.
Er is niemand die jou vervangen kan
Want met dat jij bent gestorven
Ben ik ook een stukje van mezelf kwijt
Het af en toe nog kind kunnen zijn
Is nu toch echt verleden tijd.
Nee nooit meer kan ik kind zijn….
Dit is niet wat ik wou …
Nooit meer even alles vergeten…
Hoe moet ik nu verder zonder jou…
Voor de rest van mijn leven…
moeder van een prachtig kind
Maar als kind zonder moeder
En dat is wat ik juist zo moeilijk vind ….
Ouder worden is een gunst
Ouder worden is een gunst
Ouder zijn een kunst.
De één ondergaat het gelaten,
De ander hekelt het en zal het haten.
Er zijn er die het vullen met klagen,
Anderen die de last stilletjes dragen.
Een zeldzame geniet dankbaar,
Een ander is er echt mee klaar.
Ouder worden, het is een gunst het wordt vaak gezegd.
Waarschijnlijk omdat het voor zo vele anderen niet is weggelegd.
En toch hoor ik zo vaak: kon ik maar gaan,
En verwonder ik mij over diegenen die de kunst wel hebben verstaan.
Nooit meer is altijd
Het heeft nu lang genoeg geduurd
Dat je dood bent,
Kom maar weer terug
Ik wil dat iedereen je kent.
Want nooit meer
Kan ik niet voelen,
Ik kan er niets bij denken
En begrijp niet wat ze ermee bedoelen.
Misschien helpt het als ik
Eerst probeer te zorgen
Dat ik het red
Tot morgen
En dan weer een dag erbij
Misschien soms drie
Zodat ik je in stukjes mis
En steeds het einde zie.
Want nooit meer
Is altijd
En dat is te lang
En Ik wil je niet echt kwijt
Plots rolde er een traan
Op een onbewaakt moment
Zomaar ineens, midden op de dag.
Rolde er een trieste traan,
heel voorzichtig en heel zacht.
Kwam het door dat ene liedje
of mijn gedachtes van ooit en toen.
Herinneringen van een tijd,
die ik nooit meer kan overdoen.
Ik weet nog wat wij zoal deden,
en dat jij voor het leven ging.
Hoe je sprak en hoe je zong
gelukkig en vol verwondering.
De leegte zal nooit meer verdwijnen,
mijn hart is gehavend en mist een kind.
Dan kan het soms wel eens gebeuren
Dat een traan de ruimte vindt.
Niets is meer hetzelfde
Sinds jij er niet meer bent
Zijn de dagen zonder jou
pijnlijk,ongekend
Niets Is meer hetzelfde
Mijn hart pulseert van pijn
Ik zou je willen voelen
Nog één keer bij je zijn
Niets Is meer hetzelfde
De glans is er vanaf
Met weemoed denk ik terug
Aan alles wat jij gaf
Niets Is meer hetzelfde
Al draait mijn wereld door
Ik adem Tranen uit
Omdat ik Jou verloor
Nee, niets Is meer hetzelfde
En toch Jouw liefde lacht
In alle Mooie dingen
De vreugde Die jij bracht
Nog even samen
Het is midden in de nacht, ik zit stilletjes naast jouw bed,
wetende dat je binnenkort gaat sterven, het zorgpad is nu ingezet.
Dus nu zit ik hier te waken, in de stilte van de nacht.
Jouw hand nog in de mijne en ik fluister zacht…
Mama ik ben bij je, ik ga nergens heen,
tot het einde blijf ik bij je, ik laat je niet alleen.
Je ademhaling hoor ik gaan, het is een vertrouwd geluid,
een teken dat je er nog bent, je ademt in en ook weer uit.
Het voelt vertrouwd om hier zo dicht bij jou te zijn
en ondanks dat het verdrietig is, voelt het toch ook fijn.
Het is een intiem moment
wij met zijn tweetjes, nu je er nog bent.
Stilletjes geniet ik van het samen zijn
nog even jou voor mij alleen en dat vind ik fijn.
Ik kom tot rust en voel me vredig, een lied komt in mijn hoofd.
Ik zing het zachtjes in de nacht, een lied dat trouw belooft…
Stil…mijn ziel…wees stil, zo passend op dit moment.
Ik zing het zachtjes hier voor jou, nu jij nog bij me bent.
Het geeft me rust…rust in deze nacht.
Misschien jouw laatste uren, voordat de hemel wacht…
Ik koester dit moment…
nu jij nog bij me bent…
nog even dicht bij jou zo fijn…
ons laatste samen zijn..
Nergensland
er is een man vertrokken uit de gebroeders blommestraat
hij heeft de binnenweg naar nergensland genomen
zijn stoelen zullen zwijgen als de dragers komen
voor zijn petunia’s in potten valt de regen veel te laat
tussen de glasgordijnen staat een poedel uit te kijken
er komt een bus voorbij, schoolkinderen worden ingeladen
een uitgelaten harley davidson knettert zijn aubade
de merel zingt zoals hij zingt in alle buitenwijken
de krantenboer heeft een gazet van antwerpen op overschot
een ossentong wordt grijzer in de koelkast van de slager
een slingeruurwerk tikt intussen een paar tellen trager
de fluxysman noteert: op nummer 49 is de bel kapot
geen zoon in zwitserland, geen dochter in de drôme
opent de zwartgerande kaart waarop te lezen staat:
er is een man vertrokken uit de gebroeders blommestraat
hij heeft de binnenweg naar nergensland genomen
Soms gebeurt er iets in je leven.
Soms gebeurt er in je leven,
Iets dat je ontzettend raakt.
Alsof een deur die wordt dichtgeslagen
Iets dat alles anders maakt.
Je wordt gekwetst,
Het doet veel pijn.
Het oude is verandert
Het zal nooit meer hetzelfde zijn.
Als een rugzak vol met stenen,
draag je het altijd met je mee.
En niemand die je vraagt tijdens het lopen,
Kom eens even hier, hé.
Wat loop jij daar toch te zeulen,
Geef je tas maar even hier,
Ik draag ze wel wat verder,
Maak jij nu even plezier.
Het hoort enkel bij JOUW leven,
Het wordt nooit meer zoals het was.
De tranen in je ogen
Weerspiegelen de stenen in je tas.
En dan worden de stenen lichter
alsof je aan ze went.
Ze horen bij je, voelen vertrouwd,
Omdat je ze al jaren zo kent.
Vanaf dan loop je een nieuwe weg,
je bent dezelfde niet.
Jouw succesverhaal wordt geschreven
Op oude tranen van verdriet.
En zo zorgt dat oud gebeuren,
Wat je ontzettend raakt,
Net voor DIE gouden sleutel
Die nieuwe deuren open maakt.
Laat de regen maar komen
Ik loop naar huis en voel de regen,
Steeds meer druppels op mijn jas.
Het is niet erg, ik kan er tegen,
Even denk ik na en vertraag mijn pas.
Koude druppels op mijn huid,
ik kijk verlangend naar omhoog,
Het maakt me helemaal niet uit,
De zon schijnt me straks wel weer droog.
Dus laat de regen nu maar komen,
Laat het maar gieten in stromen,
Laat de regen maar komen
Ik heb jou voor altijd in mijn dromen
Voor altijd…..
Bij ieder afscheid valt een traan
Als jij je hart aan iemand bindt
Wij wie je al je liefde vindt
Zal dit ooit overgaan
De tijd bepaald alleen wanneer
Het hoe, waarom, ook elke keer
Denk daar maar niet even aan
Maar als die trein voorgoed vertrekt
Naar een hemelse plek
Is het een enkele reis
Zal jij diegene ooit nog zien
’t Is de hoop, maar heel misschien
Ooit in het paradijs
Bij ieder afscheid valt een traan
Je moet iemand laten gaan
Die jij liever bij je had
Jouw hart voelt zoveel stille pijn
Jij wilt bij die ander zijn
Die jou zoveel liefde bracht
Voor jou schijnt nu de zon niet meer
Al verschijnt die op een keer weer aan de horizon
Geef je een plaats aan jouw verdriet
Ook al denk je nu van niet
Vraag jij je af waarom
Ook al ben je niet meer bij ons,
Ook al ben je niet meer bij ons
heb je het leven los gelaten.
Je bent en blijft diep in ons hart,
daar zal je ons nooit verlaten.
Het is echt zo onwerkelijk
en het doet zo veel pijn,
mijn tranen vloeien rijkelijk
omdat je hier niet meer kan zijn.
Elke dag het gevoel van missen,
bij de allerkleinste dingen,
er zijn zoveel mooie herinneringen,
ze komen spontaan, ik kan ze niet bedwingen.
En zo bewaar ik de mooie beelden,
Ik wil ze nooit meer vergeten.
Maar mam, het valt me wel echt zwaar,
dat mag je zeker weten.
Onder een dak van miljoenen sterren
Onder een dak van miljoenen sterren
Gekoesterd in het licht van de maan,
Lees ik duizend berichtjes
Hoor ik zachtjes jouw naam.
Iedere ster brengt een boodschap
aan herinneringen met zich mee
aan de dagen die we hadden
en de dingen die je dee
elk signaal omarm ik met blijdschap
ook al is het nog zo klein,
want het zegt me met zo veel liefde
dat je altijd in mij zal zijn.
Nooit meer pap
Nooit geen gein meer, nooit geen grap,
Nooit meer……. Nooit meer pap.
Nooit meer ……, nooit meer spelen,
Nooit geen snoepjes meer uit delen.
Nooit meer komen, nooit meer voor je zorgen,
Nooit meer na de dag van morgen.
Nooit meer eenzaam, nooit meer aldaar,
Ooit weer samen, met z’n allen bij elkaar.
Kon ik maar even…
Kon ik nog maar even bij je zijn,
gewoon zomaar heel even,
even met je praten,
over de alledaagse dingen van het leven.
Kon ik nog maar even bij je langsgaan,
of je even bellen,
al was het maar 5 minuten,
om even over mijn werk te vertellen.
Kon ik nog maar even een berichtje sturen,
zomaar 1 of 2:
‘Ik ga even wandelen
ga je anders gezellig mee?’
Kon je nog maar even bij me komen,
al was het maar heel even.
Dan kon ik mijn verhaal even doen
en jij kon me dan bevestiging geven.
Kon ik je maar even spreken,
eventjes naar je toe.
Kon je nog maar tegen me zeggen,
dat ik het heus allemaal wel goed doe.
Dat is wat ik het meeste mis,
die alledaagse dingen.
Praten over van alles en nog wat,
het zijn nu slechts herinneringen.
Als ik weleens onzeker was,
dan pepte jij me op.
Dan gaf je me bevestiging
en zei je: ‘Meid, kom op!’
Tranen weg en nu weer door,
dat is wat je altijd zei.
En ook al ben je er niet meer,
toch leef je voort in mij.
Want ik hoor het je nog zeggen,
dat was ook jouw gebed.
En dat houdt me op de been
en zorgt ervoor dat ik doorzet
Litteken
Ze zeggen,
Dat de tijd alle wonden
kan helen.
Maar dat is een mening
Die ik niet kan delen.
Want een diepe wond
Wordt uiteindelijk
Een litteken.
En die van mij is misschien onzichtbaar
Omdat fysieke sporen ontbreken.
Maar mijn litteken
Loopt van kop tot teen,
Dwars door mijn hart heen.
Kerst zonder jou!
In mijn huis branden de lichtjes
Ze hangen in de boom,
Toch ben ik gevoelloos,
Leef net als in een droom.
Deze kerst is helemaal anders,
Hij gaat zo kil voorbij,
de eerste keer vieren,
zonder jou hier dicht bij mij.
Mijn mond trilt,
In mijn ogen vormt een traan,
Ik kan het niet geloven
Dat ik je moest laten gaan.
Toch weet ik wat je zeggen zou:
komaan het leven gaat door.
Dus probeer ik alsnog te genieten,,
ondanks dat ik je nog maar net verloor.
Jouw weg
Jouw weg was als geen ander,
Uniek met vele bochten.
En ondanks dat er stukjes doodliepen
Heb je altijd teruggevochten.
Wat ben ik trots
Op wat je hebt bereikt.
Jouw weg is de allermooiste
Omdat hij op geen ander lijkt.
Jouw weg heb je altijd gevolgd,
Met alle zijwegen van dien
Want deze weg moest je volgen
Om de zon te kunnen zien.
Zij,
Het was op een gewone uitgangsdag,
Dat hij haar zittend op een vuilnisbak
Huilend om de liefde zag.
Hun reisdoel planden ze kant en klaar,
Namen dezelfde levenstrein,
al zittend tegenover elkaar.
De trein maakte zijn vertrouwde geluid,
Zij reed naar voor,
En hij achteruit.
En zo reisden ze van begin naar begin
Gaven 2 kinderen het leven
En reden samen de toekomst in.
En plots werd die toekomst een groot gemis,
Geluk vervangen door boosheid
omdat het zo oneerlijk is.
toch raken we je nooit meer kwijt,
want voor eeuwig zal men over je praten,
Zodat de herinnering nooit slijt.
Jij bent nu een vogel….
Je bent nu een vogel, zwevend in de lucht,
Vrij om te vliegen naar waar je maar wil,
Gelukkig bij het maken van elke vlucht.
Wij blijven achter en moeten heel hard wennen,
Niet eenvoudig jou te moeten missen
Maar bij dat je de wereld mag verkennen.
En ook al zouden we het er graag op wagen,
Met jou mee te vliegen,
Jouw vleugels kunnen ons niet dragen.
En stiekem blijven wij dromen,
dat je, als het lente wordt,
Af en toe in onze tuin zal komen.
Je ziel leeft voort in mij
Is dit iets wat ik echt beleef
Is dit een droom die geen reden heeft
Als ik ontwaak is dit weer voorbij
Dan sta jij weer bij mij
Ik zie je waar ik kijk
Voor eeuwig zij aan zij
Ook al is verdriet ongrijpbaar
Je ziel leeft voort in mij…
Je zal nooit meer verdwijnen
Jouw licht blijft binnen in mij schijnen,
De warmte van jou zal nooit verdwijnen.
Het kaarsje brandt dag en nacht,
De pijn wordt minder dan verwacht.
In stilte zeg ik zachtjes jouw naam,
Je bent en blijft in mijn bestaan.
Ik voel de liefde en ik weet,
Dat ik jou nooit, neen, nooit meer vergeet.
Je zweeft als een vlinder rondom mij,
Nu morgen en voor altij…
Je leefde je eigen leven
Al konden je benen het niet meer aan,
je had genoeg aan je bestaan.
Weinig bezoek dat je nieuwe thuis vond,
Enkel de tocht door je deur die altijd openstond.
Van een dokter moest je niet weten,
Een sigaretje liet je je rolstoel even vergeten.
Wanneer een treurige herinnering opdook,
Liet je ze gestaag verdwijnen in sigarettenrook.
En zo leefde je je leven op je eigen wijs,
Tot je plots vertrok op je allerlaatste reis.
Je blijft altijd heel dichtbij
Hoe breekbaar is het leven
Hoe kwetsbaar, hoe teer.
Nu jij hier niet meer bent,
besef ik dat temeer.
Ik wil je niet verliezen,
maar moet je laten gaan.
Ik draag je liefde met me mee,
maar voel opnieuw een traan.
Soms ben ik bang dat ik je vergeet,
Hoe je aanvoelde, je geur,
Hoe je stem klinkt, je ogen stralen,
Jouw unieke geur.
Dan ga ik naar je kast,
Ruik ik aan je spullen,
voel ik jouw aanwezigheid,
kan ik mij helemaal met herinneringen vullen.
Troost is de herinnering,
aan wie je was voor mij.
Diep geworteld in mijn hart,
blijf je altijd heel dichtbij.
In gedachten ging hij varen
in gedachten ging hij varen
met de zeilen strak gespannen
om zijn pijn te laten bedaren
en zijn geest te laten ontspannen
hij was niet klein te krijgen
tot op zijn laatste dag
met zijn laatste kracht reikte hij zijn hand
totdat hij daar opeens stil lag
hij hoorde de zuster nog komen
terwijl zijn gedachten al afdreven
met het bootje uit zijn dromen
verliet hij zo ons leven
in gedachten ging hij varen
op zee, op avontuur
om over het water uit te staren
en zo te ontkomen aan zijn laatste uur
maar zijn schip kwam nooit meer aan wal
de mist loodste hem in de verkeerde richting
nu beland op kabbelend open water
bevind hij zich op de koers naar verlichting
de verlichting naar een betere plek
en verlichting van de pijn
want met een lichaam vol met kanker en morfine
kon hij toch niet meer zichzelf zijn
in gedachten ging hij uit varen
met zijn gezin naast hem op dek
Ik zal aan je denken.
Je ging,
maar je bent niet echt dood,
Want ik zal aan je denken.
Als het leven arbeid vraagt,
en ik moe ben maar voldaan,
dan zal ik aan je denken.
Als ik de waarheid hoor,
en de eenvoud gadesla,
dan zal ik aan je denken.
Als het even moeilijk wordt,
maar humor helpen kan,
dan zal ik aan je denken.
Als ik eenzaam achterblijf,
en de herinneringen niet meer delen kan,
dan zal ik aan je denken.
Als op een dag,
Ik ook ooit moet gaan,
Dan zal ik aan je denken.
Ik schrijf je vandaag wat dichter bij mij
Ik zou willen weten,
en het nooit meer vergeten,
hoe het daarboven met je is.
Ik zou willen vragen
tot in het einde der dagen,
of je het voelt hoeveel ik je mis.
Ik zou willen horen,
hoe je net als tevoren
verhalen vertelt over vroeger en toen.
Ik zou willen zwijgen,
om jou terug te krijgen,
al is het alleen maar voor een knuffel of een zoen.
Waar moet ik gaan zoeken
of ik jou nog kan bezoeken,
voor jouw lach, liefde en bestaan.
Waar schijnt de zon jouw licht,
straalt ze warmte op je gezicht,
is het dichtbij of ver van mij vandaan?
Ik schrijf je vandaag over al mijn vragen,
mijn herinneringen van alle mooie dagen,
ik wil je laten weten wat ik nog niet had gezegd.
Ik schrijf je vandaag over mijn tranen en al wat ik bedoel,
wil je laten weten hoeveel verdriet ik nu voel,
zo vele dingen zo vaak opzij gelegd.
Ik schrijf je vandaag wat dichter bij mij.
Ik mis je in alle kleuren
Er zijn geen vaste kleuren
het is niet blauw of geel
je kunt in rood ook zeggen
ik mis je heel erg veel
er zijn geen strakke lijnen
soms is het bruin, soms groen,
verdriet past niet in hokjes
van hoe je het moet doen
soms schilder ik dat ik je mis
en kies ik glanzend goud
omdat ik daarmee zeggen kan
hoeveel ik van je houd
soms verf ik dwars door het papier
met inkt zo zwart als roet
omdat ik echt niet weten zou
hoe het nu verder moet
ik klieder vaak ook maar wat aan
en het wordt een bonte boel
als ik me soms meer pimpelpaars
en dan weer knaloranje voel
soms teken ik een witte stip
met grijze cirkels er om heen
ik zit er ergens midden in
en voel me helemaal alleen
in alle kleuren van mijn tranen
denk ik elke dag aan jou
dus als de zon weer schijnen gaat
heb ik een regenboog van rouw.
Ik mis je
Ik mis je als ik ’s morgens opsta
Ik mis je midden in de nacht
Ik mis je als ik ’s avonds thuiskom
En niemand op me wacht.
Ik mis je als ik over straat loop
Ik mis je armen om me heen
Ik mis je altijd overal
Ik mis je helemaal alleen
Ik mis je in de kleinste dingen
In elke tel van mijn bestaan
Ik mis je toen en nu en later
Bovenop en onderaan
Zeg me waar ik jou kan vinden
Waar het gedicht verborgen is
Dat met de allermooiste woorden
Vertelt hoeveel ik je nog mis.
Dat je me hoop geeft en vertrouwen
En me stil en ongevraagd
Voorzichtig in haar armen neemt
En naar de eerste morgen draagt.
Waar het missen minder zwaar voelt
Waar ik het omhelzen mag
Waar ik het voorgoed bewaar
In elke voetstap van mijn dag
Ik heb een kaarsje aangestoken
Ik heb een kaarsje aangestoken,
ze geeft wat extra licht.
Je bent in mijn gedachten,
ik zie een lach op je gezicht.
Ik ruik nog steeds jouw geur,
je voetstappen hoor ik nog steeds.
Ik denk nog vaak: hoe het zou zijn,
als je er nog was geweest.
Het is koud maar ik voel nog steeds je warmte,
herinner me nog elk moment.
En ondanks je afwezigheid
voel ik dat je bij me bent.
Een vogel, een bloem,
het zijn jouw signalen,
net als dat ik jou zie,
in een vlinder of in zonnestralen.
In de stilte die is ontstaan
hoor ik je nog praten.
Dan denk ik weer
aan de tijd dat we samenzaten.
Jouw stoel is leeg, het is donker,
maar toch is er wat extra licht.
Ik heb een kaarsje aangestoken
denk aan jou en zie een lach op je gezicht.
Stuur mij een Engel
Ik loop verloren en alleen
vol bitterheid door straten heen
Ik heb gebeden en gevloekt
Ik dacht: misschien komt alles goed
Ik kijk de hemel vaak nog aan
en vraag: ach waarom moest je gaan
Stuur mij een engel uit de hemel
die mij vertelt waar dat je bent
Een engel waar ik aan kan vragen
of dat jij gelukkig bent
Stuur mij die engel uit de hemel
Een engel die mij zeggen kan
dat jij gelukkig bent daarboven
zodat ik afscheid nemen kan
Er kwam voor jou die laatste reis
naar waar men zegt: het paradijs
Maar ik voel nog jouw zachte hand
Wij hadden toch zo’n hechte band
Ach kon jij hier maar even zijn
dan was er vreugde en geen pijn
Maar ooit maak ik ook die reis
naar waar men zegt: het paradijs
Terwijl…..
Terwijl de lente alle ramen opengooit
en emmers zon over de stoep uitstrooit,
Terwijl narcissen lang en lenig in het gras
Met de wind meedansen alsof alles nog hetzelfde was.
Terwijl de dame aan de overkant een dweiltje slaat
en goochelend met haar stofdoek aan het kuisen gaat.
Terwijl het in de gang traag brieven sneeuwt,
En de nachtman de slaap uit zijn lijf geeuwt,
Worden wij overmand door verdriet,
Omdat jij dit alles nu niet meer ziet.
Overmand door groot verdriet,
Zijn wij er toch zeker van: jou vergeten doen we niet.
Tot vanavond
Tot vanavond zei je,
En daar ging je.
Net als elke andere dag.
Niemand zie vermoedde:
Het was de laatste keer dat ik je zag.
Had ik maar geweten wat nu onomkeerbaar is,
Ik had je vastgehouden,
Je nooit de deur uit laten gaan,
Ik had je gekust,
zodat je nu nog zou bestaan.
Tot vanavond zei je,
En daar ging je,
Net als elke andere dag.
Maar vandaag was het niet meer nodig dat ik op je wacht
Vandaag kwam er gaan avond,
Vandaag kwam al veel te vroeg de nacht.
Vaders gaan niet dood
Vaders gaan niet dood
Die tillen je op
Met mannenarmen
Stoer en stevig
Op hun nek
Daar zit je, daar hoor je
Vaders meisje hoog in de lucht,
De mooiste plek
Met uitzicht over heel je leven
Wijds en ver en ongerept
Zodat je blij en zonder vragen
Niets dan puur vertrouwen hebt.
Vaders gaan niet dood,
Nog niet
En als ze gaan
En stil en kwetsbaar
Zijn vertrokken met de tijd
Zonder afscheid,
Zonder woorden
Raak je meer dan alles kwijt.
Maar vaders gaan niet dood
Die spinnen stevige draden van vroeger
Weven een web van tranen en touw
In elke vezel van verlangen
Gevangen wat hij voelt voor jou
En in dat warme web vol liefde
Word jij moeder, word je ouder
En draagt hij onvermoeibaar ster
Dat kleine meisje
Op zijn schouder
Voor altijd
Want vaders gaan niet dood.
Vandaag vier ik jouw leven.
Zwart in mijn hoofd, zwart in mijn hart,
Terugdenken aan jou,
Maakt me zo verward.
Groot gemis, intense pijn,
Een verdriet kan me zo verscheuren,
waarom kon het niet anders zijn?
Kon ik je nog maar knuffelen – al is het maar heel even ik
of gezellig met je praten
Mijn oprechte aandacht aan je geven
Waarom moet ik aanvaarden dat jij er niet meer bent,
Het is zo moeilijk te bevatten,
Al ben ik dankbaar dat ik je heb gekend.
Verdriet is als golven
Verdriet is als de golven
van een verraderlijke zee
soms, als je denkt te kunnen zwemmen
sleept alweer een golf je mee
Er zijn wel betere momenten
dan denk je, ik heb weer kracht
je moet toch verder leven?
maar dan voel je weer die macht
die radeloosheid heet
die trekt je in een diepte
waarvan geen ander weet
Want zij die naast je leven
zien slechts wat zij zelf wensen
dat je doorzwemt en het wel redt
als de meeste andere mensen
Verdriet is als de golven
van een verraderlijke zee
vaak wil je niet meer zwemmen
maar, het sleept je net niet mee
Voor pepe
Pepe,
Pepe woont nu in de hemel,
vlakbij de zon,
Pepe, ik wil niet dat je weg bent,
Ik wou dat je hier blijven kon.
Pepe,
Kon ik nog maar even kruipen
Even zitten op je schoot,
Ik ga je enorm missen,
Hoe oneerlijk is de dood.
Wanneer je doodgaat hoef je niet te sterven.
Wanneer je doodgaat hoef je niet te sterven,
als er maar enkele mensen je liefde en warmte erven.
Wanneer je sterft, verdwijn je niet
want zo vele herinneringen blijven,
ook na de fase van verdriet.
Afscheid nemen is een wandeling
en daar waar de wolken in de hemel schuiven,
blijf je staan en kijkt om,
want je wil nog even wuiven
naar je kinderen en kleinkinderen,
familie en vrienden,
je wou dat je ze een adres kon geven,
waar ze jou vanaf nu kunnen vinden.
Papa, welke ster ben jij?
Papa welke ster ben jij?
het zijn er zoveel, mij niet bekend
en niemand die mij kan vertellen
welke mooie ster jij bent…
Ik kijk omhoog naar de zwarte lucht
ik blaas wolkjes van de kou
maar er is geen ster die zachtjes zegt
Lieve meid, ik hou van jou
Papa, welke ster ben jij?
Ik moet nu slapen, ik ben moe
maar in mijn mooiste dromen
vlieg ik direct naar je toe…
Winterkind
De lente kwam toen jij verscheen,
In december was dat
Ondanks dat het buiten sneeuwde
was ik zo blij dat ik de kou vergat.
De weerman zei: er komt nog veel meer,
Het wordt een strenge winter, dat kan niet missen,
Toch was ik gelukkig
Ik zag krokussen en narcissen.
Mijn hart werd warm,
Ik zag de bomen al in knop,
Ondanks dat het buiten vroor
Voelde ik vlinders in mijn kop.
Je kwam in December ging in april,
De lente heeft…… jaren geduurd,
Dan werd alles plots stil,
En werd ik de winterse kou ingestuurd.
Een geliefde blijft altijd deel van jou
Het regent buiten, de srraten zijn nat,
Mijn hart is leeg wanneer ik loop door een doostille stad.
Dit huis, deze portiek, hier stond ik met jou,
De liefde verwarmde ons, nooit last van de kou.
Je lichtblauwe sjaal hangt nog steeds in de gang,
Ik herinner me nog hoe hij kriebelde tegen mijn wang.
Het is gek welke herinneringen je bovenhaalt, allemaal,
Gewoon door het zien van zo’n lullige sjaal.
Maar ik weet: alles waar je van houdt blijft je warmte geven,
Ook al is het niet zo lang als je wou bij je gebleven.
En ook al ging niet alles zoals je wou,
Een geliefde blijft altijd een deel van jou.
Ze genoot van de kleine dingen
Ze genoot van de kleine dingen,
die een ander vaak niet ziet,
haar man en gezin,
of op de radio een lied.
Een kopje koffie na de markt,
een bezoekje op zijn tijd,
een leuk gezegde op de kalender,
of op de camping het ontbijt.
Een onzichtbaar afscheid.
Geen contact, een groot verdriet,
radeloos ver weg van jou.
Hopende dat je zou weten,
Hoeveel ik van je hou.
Geen knuffel, geen zoen,
niemand om je heen,
Een gang donker en kil,
Daar lag je dan, helemaal alleen.
De ziekte kwam onverwacht,
niemand was ervoor klaar.
En toch liet je ons achter
en ging je naar daar.
Mijn hart voelt koud,
mijn stem blijft stil.
Jou vanaf nu te moeten missen
is iets dat ik niet wil.
Een onzichtbaar afscheid,
waarbij ik je wil laten weten
Dat ik jou hier beneden
nooit meer zal vergeten.
De allerlaatste trein
En plots komt daar de allerlaatste trein,
altijd veel vroeger dan hij had moeten zijn.
Toch weet iedereen dat hij zal komen,
wagons gevuld met je verleden en je dromen.
Heel je leven, achter beslagen ramen,
herinneringen aan het geluk en de tranen.
En dan stap je van het donkere perron,
op je allerlaatste trein op weg naar de zon.
Altijd samen, nu alleen
Een leven lang verbonden,
vervlochten met elkaar.
Maar na zo’n lange tijd van samen
lijkt nu toch het einde daar
Hoe dan nu los te laten?
Hoe te laten gaan?
Het voelt nog zo onwerkelijk,
er straks alleen voor te staan.
Een leven lang samen,
2 zielen werden één
Als jij straks in de hemel bent
gaat mijn hart daar ook een stukje heen.
Maar al moet ik je hier nu missen,
in mijn hart blijf je altijd.
En met het vooruitzicht op de hemel
raak ik je nooit werkelijk kwijt.
Het is goed nu lieverd
ga maar slapen, je bent moe.
Ik laat je los in liefde
en kom later naar je toe.
Kijk omhoog
Lieve schat,
Droog je tranen
Geef mij je verdriet
Ook al zit ik niet naast je
Echt weg ben ik niet
Als de dag aanbreekt
Ben ik dicht bij jou
Voel hoe de zon
Je verwarmt in de kou
Kijk omhoog door je tranen
De zon schijnt voor joou
Met elke straal laat ik je voelen
Hoeveel ik van je hou
Lieve schat,
Droog je tranen geef mij je verdriet
Ook al zit ik niet naast je
Echt weg ben ik niet.
Als het donker wordt
En de zon ondergaat
Kijk dan naar de sterren
Voel dat ik jou niet verlaat
Kijk omhoog door je tranen
De sterren geven licht in de nacht
Het donker duurt maar even
Weet dat de zon al op je wacht
Aan mijn onzichtbare kinderen
De onzichtbare voeten die op mij afrennen, ook al ziet men ze niet,
De stille lach die mij troost als tranen vloeien van verdriet.
De lege stoelen die de ruimte pijnlijk vullen,
De stille stemmen die mij geluidloos met liefde omhullen.
De ontastbare handen die mijn vingers onmerkbaar raken,
De stille herinneringen die de pijn een beetje draaglijk maken.
Een Lege, Onzichtbare, Ontastbare —————-Stilte
Een stilte waarin ik stiekem droom dat ik kon toveren want:
Dan zette ik op jullie graf,
een lieve, onzichtbare giraf.
Die met zijn mooie en lange nek,
Ervoor zorgde dat de koude en lege plek,
Verdween en ontaarde,
In een ontastbare brug tussen hemel en aarde.
copyright Hilde Massaer
Als je alles weet:
Het gevoel van had men maar,
het geknaag van spijt,
Kon ik nog maar eventjes,
maar even ben ik kwijt.
Doe ik het goed,
Is dit mijn laatste daad?
Hoe moet het dan met later,
als later niet bestaat?
Maar het heeft geen zin in het verleden te staren,
Te piekeren over wat mis is gegaan,
Te treuren of te blijven hangen,
Je maakt het verleden toch niet ongedaan
En had je destijds maar kunnen vermoeden,
Al was het maar een deel van wat je nu zeker weet,
Dan zouden de dingen anders gegaan zijn,
Maar je deed wat je deed.
Dus, als je had geweten,
wat er nog volgen zou,
Dan had je het misschien anders gedaan,
maar niemand kon weten wat men zo graag weten wou.
copyright Hilde Massaer
Onverwacht
Onverwacht kwam er de regen,
verloren we elk houvast.
Ons leven op zijn kop,
door intense duisternis verrast.
Geen enkel vermoeden van een naderend eind,
niet 1 waarschuwing al was ze nog zo klein.
Plots werd het pikdonker,
Wanneer er daglicht had moeten zijn.
Je vertrok in alle stilte,
ervaarde noch warmte noch kou.
Je startte een tocht,
Die voor eeuwig duren zou.
Je liet ons achter,
Vol van verdriet om het gemis.
Met als enige troost jouw liefde
die voor altijd in ons hart te vinden is.
Men vertelt dat het ooit beter wordt,
dat de pijn echt wel verdwijnt.
Men zegt dat het verdriet draaglijk wordt,
dat de zon ooit wel weer schijnt.
copyright Hilde Massaer
Ons Oma – dementie
Ons oma is als een kind herboren,
Ze schommelt tussen nu en ooit.
Haar herinneringen gaan verloren,
Door dementie weggegooid.
Al zwevend tussen nu en toen,
Herinner ik mezelf bij haar op schoot.
Toen ze verzegelde met zachte zoen,
Haar liefde voor mij zo groot.
Haar foto schrijft nu geschiedenis,
Zal me vertellen nog vele jaren,
Hoe bijzonder de liefde is,
En hoe gelukkig we samen waren.
Op sterven staat geen leeftijd
Bedenken dat het eigenlijk goed is,
Betekent niet dat ik je minder hard mis.
Is er een leeftijd waarop staat,
Nu doet het geen pijn meer als iemand gaat?
Zat het je niet mee en zei je: ik ben hier klaar,
Dan ging alles plots weer goed en bleek niet minder waar.
Een heel lang en gezond leven lijkt ons allen fijn,
Maar eens dan komt de dag en dan lijkt lang plots veel te kort te zijn.
copyright Hilde Massaer
Ouder worden is een gunst
Ouder worden is een gunst
Ouder zijn een kunst.
De één ondergaat het gelaten,
De ander hekelt het en zal het haten.
Er zijn er die het vullen met klagen,
Anderen die de last stilletjes dragen.
Een zeldzame geniet dankbaar,
Een ander is er echt mee klaar.
Ouder worden, het is een gunst het wordt vaak gezegd.
Waarschijnlijk omdat het voor zo vele anderen niet is weggelegd.
En toch hoor ik zo vaak: kon ik maar gaan,
En verwonder ik mij over diegenen die de kunst wel hebben verstaan.
sporen
je schoenen staan nog onder het bed
je tandenborstel naast die van mij
je foto heb ik een lijst gezet
je speelt gitaar en je kijkt blij
je bureau is onaangetast
je krijgt nog steeds je mail
je kleren hangen in de kast
soms word je me te veel
door emoties overspoeld
niet boos, alleen zo alleen
lijkt alles onbedoeld
is twee zo akelig één
soms bang dat ik vergeet
en stukken oversla
toch goed dat ik dan weet
liefde laat blijvend sporen na
je schoenen staan nog onder het bed
je tandenborstel naast die van mij
je foto heb ik in een lijst gezet
je bent er, je bent er altijd bij
Pa,
Plots verandert er al eens iets in je leven,
Krijg je te maken met verdriet en pijn,
het oude wordt een herinnering,
je leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
Een rugzak gevuld,
Je draagt hem moedig met je mee
Soms heel makkelijk
En soms weegt hij voor 2.
Die rugzak hoort bij het leven,
maakt alles anders dan het was,
Geluk en verdriet,
verzamelt in je tas.
Je maakt keuzes,
je fluit niet meer hetzelfde lied,
Langs de buitenkant ben je gelukkig
Maar vanbinnen stromen er tranen van verdriet.
We zochten naar ons eigen geluk,
En raakten elkaar kwijt.
We knokten voor wat we wouden,
Maar kwamen sterker uit de strijd.
We gingen, onverwoestbaar,
dwars door alles heen,
kwamen uiteindelijk terug samen,
en stonden plots niet meer alleen.
Je bent ziek
elke minuut telt,
dus koesteren we de seconden
Omdat de tijd voorbij snelt.
Ik kijk naar jou,
Jij kijkt me aan,
Ik ben blij dat we konden praten,
Dat ik je niet zonder afscheid moest laten gaan.
En nu ben ik dankbaar,
Voor de tijd mij nog gegeven,
Zodat ik je vanaf vandaag
In mijn hart verder kan laten leven.
Voor altijd in hun hart
Een hardwerkende vrouw
Stond altijd klaar voor iedereen,
vanwege haar hele grote hart
Voelde niemand zich alleen.
Maar plots had de rots in de branding
Zoals dat in het leven gaat,
Zelf hulp in het nodig
en stond men voor haar paraat.
En ook al wou men niet zonder haar,
Want ze hoorde bij hun bestaan,
Nog niet klaar om haar te missen,
bang om alleen door te gaan.
Toch leerde ze haar kinderen zelfstandig zijn,
Net zoals zij was, een mooie sterke vrouw,
En hierdoor zullen ze dit overwinnen
want ze hebben zo veel van jouw
Ze zijn je dankbaar om wie je bent,
trots op wat je hen hebt gegeven,
Ik ben er dan ook zeker van
Dat je in hun hart voor altijd verder zal blijven leven.
Vrachtwagenchauffeur zijn laatste ritje
Koplampen schijnen over stille en donkere wegen,
Nog voor de haan kon kraaien kwam je hem al tegen.
Vallende regendruppels decoreerden het raam,
Banden rolden in een gestaag ritme over de baan.
En zo ging hij zijn eigen weg en volgde zijn eigen spoor
Soms ging het al eens lastig maar altijd zette hij door.
Hij bleef zijn weg volgen, elke dag,
Soms eens in tranen maar meestal met een lach.
En plots werd hij een beetje moe,
Hij was aan zijn laatste ritje toe.
Klaar voor een ander leven,
En dankbaar voor alles wat hem werd gegeven.
copyright Hilde Massaer
Wandelend met mijn oma
Het is net als het gisteren was,
wandelend aan mijn oma’s hand
Ik kwebbelde de oren van haar hoofd,
Samen slenterend over het strand.
Ik vertelde wat ik worden wou,
misschien met een raket naar de maan,
Altijd luisterde ze naar mijn dromen,
die verder dan de sterren zouden gaan.
Nooit zal ik die momenten vergeten,
de wereld voor mij nog helemaal open.
Mijn handje in haar hand,
Haar liefde voelbaar tijdens het lopen.
Een eenvoudige herinnering,
zonder reis naar een ver land,
Gewoon even een ommetje samen,
Met mijn handje in haar vertrouwde hand
En nu schep ik mijn emmer vol met zand,
verzamel schatten uit de zee.
Voel ik opnieuw herinneringen komen,
Die neem ik overal met me mee.
copyright Hilde Massaer
Ze kon niet zwijgen
ze kon niet zwijgen,
een vrolijke, zelfzekere mond
die overstemde, gelijk wilde krijgen,
en heel graag in de
belangstelling stond.
Nu wij hier staan,
om haar uit te leiden en zelf
het woord krijgen,
denk ik : we kunnen wellicht beter zwijgen,
Want ook met haar stilte
weet ze ons te raken.
Ditmaal overstemt haar zwijgen
alle woorden die wij dachten voor haar te maken.
copyright Massaer Hilde
Jouw schoenen nog onder het bed
Jouw schoenen nog onder het bed,
jouw foto in een lijst gezet.`
Jouw hart was groot, jouw liefde wijs,
Je hield van de zon, je ging graag op reis.
Soms voel ik me zo alleen
Want plots werd twee akelig één.
Maar dan sluit ik mijn ogen, hoor het ruisen van de zee
En dan loop je, in mijn gedachten, een eindje met me mee.
En zo voel ik jouw nabijheid altijd om mij heen,
en door wat we samen hadden voel ik me niet meer alleen.
jouw huis is mee gestorven
Een dak, 4.muren van steen,
Voor een buitenstaander lijkt het niets,
Maar ik voelde me er thuis, ging er zo graag heen.
De warmte, jouw aanwezigheid,
Ik voelde mij er thuis.
Altijd was ik er zeker van:
Dit was meer dan een huis.
Bij verdriet, geluk of plezier,
we wisten; op 1 plaats moesten we zij,
En die plaats? Wel, die plaats was hier.
Nu voelt alles vreemd en kil,
Een ruimte vol dozen en materiaal.
Bij het binnenkomen is het koud en stil
Tja, niemand die het kan verstaan,
Jij ging uit ons leven en plots..
Is onze thuis ook dood gegaan..
copyright Hilde Massaer
Het pad van gisteren
Jij bent niet meer aanwezig,
een leegte kwam op mij af.
Er ontstond een pijn
die zeurde vanbinnen en tranen gaf.
De wereld werd kaal en eenzaam,
een gevoel waar geen einde aan kwam.
Totdat ik in totale wanhoop,
Het gemis op mijn schouders nam.
Want missen is een werkwoord,
het voelt als geamputeerd.
Missen vult mij met zwakte
die elke poging saboteert.
Ik heb mijn missen opgepakt,
en ook al koste het me ontzettend veel kracht,
ik zette mijn weg weer verder,
gesteund door herinneringen door jou gebracht.
En zo werd de leegte weer aangevuld,
gaf ik waarde aan mijn gemis.
besefte ik steeds beter,
dat jouw aanwezigheid steeds blijvend is.
Je vindt me terug in de wind.
in de zomer blaas ik door je haren,
dan zorg ik voor verkoeling.
meestal blaas ik zacht
soms harder dan mijn bedoeling.
Af en toe werk ik wel eens tegen,
Maar heel vaak met je mee,
Dan blaas ik je in de rug
Zodat je lopen kan voor 2.
En zo ben ik er altijd,
Ook al zie je me niet,
Dan blaas ik je tranen droog
Wanneer je huilt van verdriet.
copyright Hilde Massaer
Je leefde je eigen leven
Al konden je benen het niet meer aan,
je had genoeg aan je bestaan.
Weinig bezoek dat je nieuwe thuis vond,
Enkel de tocht door je deur die altijd openstond.
Van een dokter moest je niet weten,
Een sigaretje liet je je rolstoel even vergeten.
Wanneer een treurige herinnering opdook,
Liet je ze gestaag verdwijnen in sigarettenrook.
En zo leefde je je leven op je eigen wijs,
Tot je plots vertrok op je allerlaatste reis.
In mijn hoofd
In mijn hoofd zitten dingen
Vele dingen van toen,
Je lach, je stilte
Je knuffels, je zoen.
Plots kleuren je haren
Heel langzaam grijs,
Je ziet het wel gebeuren
Maar raakt niet van de wijs.
De ouderdom rukt langzaam op
Een stapje elke dag
Je moet je boerderij opgeven.
Maar stralend blijft je lach.
Je wordt stiller met de dagen,
Maar luistert naar wat er wordt gezegd.
Je praat nog minder dan normaal
Maar je aandacht die blijft echt.
Je gezondheid speelt je parten,
Regelmatig moet je het ziekenhuis in,
Een zwaar verdikt dat valt
Zelfstandig wonen zit er niet meer in.
We moeten je verhuizen
Een afscheid van jou thuis.
Je deelt samen met je vrouwtje
Een kamer in het verpleegtehuis.
Je woorden worden moeizaam
Je houdt niet van de hulp.
Je lacht nog wel naar ons,
Maar kruipt meer in je schulp.
Waar is die altijd werkende man.
Die overal op af ging.
Die groenten voor ons kweekte
En zei dit is helemaal mijn ding.
Plots is ook jouw laatste stukje
“Zijn” gegaan,
Ik wens je wel te rusten
En voel in mijn oog een traan.
Vanaf nu zit in mijn hart een plekje,
Een plekje speciaal voor jou
Vol van heimwee en van liefde
Omdat ik van je hou
Ik wil alleen zijn met de zee
Ik wil alleen zijn met de zee,
De wind door mijn haren laten woelen,
Mijn ziel over de golven laten varen
Even niets meer moeten voelen.
Ik wil alleen zijn met de golven,
alleen zijn met de lucht.
Het voelen van mijn adem,
luisteren naar mijn zucht
Ik wil genieten van mijn zwijgen,
even wachten met het verder gaan.
En de zee die zal mijn stilte
zeker en vast wel verstaan.
Het pad dat ik gisteren nam
Het pad dat ik gisteren nam,
vandaag neem ik het niet.
Ik ga op zoek naar nieuwe wegen,
Dwars door onbekend gebied.
Ik weet niet waar het me naartoe zal brengen
Het wordt vast een zware tocht.
Ik neem afscheid van dit leven,
Hopende te vinden dat wat ik zocht.
In mijn rugzak draag ik de herinneringen,
daarmee ga ik met volle moed op pad.
Ik heb mijn leven geleefd,
mijn tijd hier op aarde gehad.
Vandaag loop ik dapper,
aan al het bekende voorbij.
Ik kies voor een nieuwe weg,
ik laat los, ik ben vrij.
Het missen
Jij bent niet meer aanwezig,
een leegte kwam op mij af.
Er ontstond een pijn
die zeurde vanbinnen en tranen gaf.
De wereld werd kaal en eenzaam,
een gevoel waaraan geen einde kwam.
Totdat ik in totale wanhoop,
Het gemis op mijn schouders nam.
Want missen is een werkwoord,
het voelt als geamputeerd.
Missen vult mij met zwakte
die elke poging saboteert.
Ik heb mijn missen opgepakt,
en ook al kostte het me ontzettend veel kracht,
ik zette mijn weg weer verder,
gesteund door herinneringen door jou gebracht.
En zo werd de leegte weer aangevuld,
gaf ik waarde aan mijn gemis.
besefte ik steeds beter,
dat jouw aanwezigheid steeds blijvend is.
Engel Michaël
Hey Engel Michaël, daarboven op de kast,
Vrijwaar jij mijn familie van ongeluk en last?
Ik moet hen nu spijtig genoeg verlaten,
Hou jij ze vanaf nu een beetje in de gaten?
Zorg voor mijn zoon die van zijn vrouwtje houdt,
Bescherm mijn man, hij wordt ook al een beetje oud.
Lieve engel Michaël sta voor hen op wacht,
lieve engel Michaël, zorg dat ik gerust slapen kan vannacht
copyright Hilde Massaer
Eenvoud op een appartement
Eenvoudig vat men soms een leven samen.
Plaatsen, feiten, gebeurtenissen en verhalen,
Herinneringen die iedereen kan beamen.
Maar belangrijker dan van waar je vandaan komt,
Is wie je wordt en waar je naartoe gaat.
Je eigen keuzes maken is waar het leven voor staat.
Wie heeft u gemist,
Waaide af en toe bij u aan?
Wie verschoof de koekjestrommel, keek samen met u door het raam?
Geen verandering in de dagelijkse drukte aan de Lidl en de Fun,
Maar wanneer het donker valt en de lichten branden gaan,
Blijft er een appartement op het gelijkvloers in het duister staan.
copyright Hilde Massaer
Elke bloem is uniek
We leven allen in een grote tuin,
Sommigen aanwezig anderen in de wacht.
Een verzameling van vele soorten bloemen
Elkeen met zijn eigen kleurenpracht.
Kijk daar,een prachtige roos
en zie, een lelie in het wit,
Wat vind je van die bonte orchidee,
of de paardenbloem waar meer geel in zit?
De distel kleurt dan weer paars,
Het vergeetmenietje hemelsblauw,
Het gras prachtig groen
Of een beetje zilver met de dauw.
Elke bloem is uniek,
Samen op het open veld,
in de winter soms even weg
en in de zomer plots weer helemaal hersteld.
Af en toe wordt er 1 geplukt,
op een tijdstip dat niemand kent.
In de lente, zomer, of de herfst,
een gebeurtenis die nooit echt went.
Elke bloem bloeit op haar eigen wijze
en elkeen wordt ooit geplukt,
maar als we mooie herinneringen maken,
dan zijn we in ons streefdoel alvast gelukt.
De trein van het leven
Het was op een gewone uitgangsdag,
dat hij haar zittend op een vuilnisbak
huilend om de liefde zag.
Hun reisdoel planden ze kant en klaar,
namen dezelfde levenstrein,
al zittend tegenover elkaar.
De trein maakte zijn vertrouwde geluid,
Zij reed naar voor,
En hij achteruit.
En zo reisden ze van begin naar begin,
Een zoon en dochter kwamen bij op de bank,
En reden samen de toekomst in.
En plots stopte de trein met een groot gemis,
geluk vervangen door boosheid
omdat de dood zo oneerlijk is.
toch raken we haar nooit meer kwijt,
want voor eeuwig zal men over haar praten,
zodat de herinnering nooit slijt.
De tijd
De tijd,
Een raar fenomeen.
Voor wie wacht duurt hij te lang,
Voor anderen ging hij te snel heen.
De tijd,
laat zich door niemand afremmen,
Door niemand opjagen,
is door niemand te temmen
De tijd,
Door sommigen gehaat,
Door anderen geliefd.
Een fenomeen dat onontkoombaar staat.
De tijd,
Soms lang, soms kort, soms maar even,
Zo gaat hij aan ons voorbij,
Of wordt door anderen ons gegeven.
De tijd,
een belangrijk ding in mijn leven,
tot gisteren geleefd en geleden,
En vanaf morgen tot geschiedenis herschreven.
De reis van het leven
Het leven is een reis,
die je gaandeweg vormen zal.
Wanneer het einde komt?
Niemand die het weet van tevoren al.
Het leven is een reis,.
onvoorspelbaar voor iedereen.
Met vreugde of tegenslag?
En niemand die weet waarheen.
Het leven is een reis
En plots staat de mobilhome stil.
Hij verkondigt: “einde van de rit”,
Tegen ieders gevoel en wil.
Een laatste kus en hand,
in zijn rug voelt hij de wind.
Een eenzaam vertrek,
Zijn allerlaatste reis begint.
Dag, tot ziens, vaarwel.
Ik vertrek uit dit aardse land.
Ik wordt verwacht en uitgenodigd,
Op een nieuwe bestemming aan de andere kant.
En terwijl de bladeren vallen
en de regen tikt tegen het raam,
Zijn wij even in gedachten,
Bij Peter, hier ver vandaan.
Maar sluiten wij onze ogen
En dwalen onze gedachten af
Dan voelen wij opnieuw de liefde
Die hij ons telkenmale gaf.
En gesteund door herinneringen
Horen wij opnieuw zijn lach.
Net als een roos die na de winter,
Opnieuw tevoorschijn komt op een dag.
De muziekliefhebber
De eerste noot, het begin van je bestaan.
De witte en zwarte toetsen, 1 voor 1 sla je ze aan.
Emoties worden beschreven, iets wat muziek fantastisch doet.
Je kan niet zonder in je leven, muziek zit in je bloed.
Een opzwepend ritme, een triestige melodie.
Ze vertellen je levensverhaal via een mp3.
Plots valt de stilte, het naarste geluid dat er bestaat.
De muziekspeler zwijgt, niemand die nog aan het dansen gaat.
Toch zal je nooit verdwijnen, zolang men in muziek gelooft,
Want er speelt altijd wel een deuntje, een deuntje in je hoofd.
En zo zullen ook wij altijd aan Armand terugdenken wanneer we een muziekstuk van Mozart te horen krijgen, zijn lievelingsmuziek.
copyright Hilde Massaer
De koffie geurt
De koffie geurt in de keuken,
Ma die op ons wacht,
Altijd voor ons klaar,
Iedere dag, elke nacht.
Tijd verstrijkt,
De oude tafel wordt te klein,
Toch koesteren we ze met kinderlijk verlangen,
De warmte en gezelligheid, die er nog altijd zijn.
Vader aan het venster,
Kijkende op “zijn straat”,
Moeder aan het aanrecht,
Tussen het vuur en de vaat.
En nu is het venster leeg,
de aanblik doet me zeer.
De plaats in de keuken verlaten,
de koffie geurt niet meer
En daar, in een hoekje in de gang,
2 paar sloefen, een van hem en een van haar,
Onder de oude spiegelkast,
Te wachten op elkaar.
De kleuren van de herfst
Hier loop ik dan zonder jou,
dwalend in de mist.
Zoekend naar een pad,
dat plots lijkt gewist.
Ik verdwaal
In de donkere kleuren van verdriet.
Weet dat ik zonder jou verder moet,
Ook al wil ik dit nu nog niet.
Zal ik ooit het warme oranje van de herfst,
weer zien en ervaren.
Kan ik ondanks mijn verdriet,
mijn herinneringen in mijn hart bewaren?
Kan ik mij straks weer verwonderen,
over de vele kleuren van het leven.
Terug genieten van de intense blauwe lucht,
het groene gras waar druppels dauw aan kleven.
Ik kan alleen maar mijn tijd nemen,
alles ondergaan.
En dan hoop ik dat ik uiteindelijk,
De zon weer aan de hemel zal zien staan.
De herinnering aan jou raak ik nooit meer kwijt
In de reflectie van een winkelraam,
Zie ik je plots weer naast me staan
Mijn onderbewustzijn lijkt te weten,
Ik zo bang ben je te vergeten.
Even geniet ik van je evenbeeld,
Herinner me hoe je hand door mijn haren streelt
Af en toe hoor ik je stem,
Ruik ik jouw geur die ik niet vergeten ben.
Ik dek de tafel telkens nog voor twee,
Vraag aan de muren: eet je met me mee?
Ik kijk nog altijd naar de deur en blijf dan hopen,
Dat je elk moment terug zal binnenlopen.
En zo is het alsof je nog altijd bij me zijt,
want de herinnering aan jou wil ik nooit meer kwijt.
Afscheid van een badmeester
Een zachte stem,
Instructies op het water,
Als beloning een diploma,
Een mooie herinnering voor later.
Zwemleerkracht, zomaar een beroep,
Toch wist jij er alles van,
Van hoe je voor ieder mens of kind,
Het verschil echt maken kan.
Men zal je missen
omdat je boven al de rest uitsteekt.
Het zwembad zal niet meer hetzelfde zijn,
nu jouw inzet er ontbreekt.
En nu moeten we alleen voort,
niemand die het ziet.
Alleen de mensen die we kennen,
weten van ons groot verdriet.
Dat we niet meer compleet zijn,
dat er iets ontbreekt,
dat het altijd zeer doet,
als men over jou spreekt.
En ook morgen zullen we zwemmen gaan,
Maar als iedereen eens wist,
Ze hebben zonder het te beseffen,
De beste zwemleraar gemist.
copyright Hilde Massaer
Dat je er niet meer bent
Er zijn vaak van die dagen,
Dat ik veel aan je denk.
Dan kan ik de gedachten niet verdragen
Dat je er nooit meer bent.
Dat ik je nooit meer kan zeggen,
Hoeveel ik om je geef.
Je nooit meer uit kan leggen,
Waarom ik wenste dat je bleef.
En toch moet je weten,
Dat ik je nooit meer zal vergeten.
En mijn liefde voor jou blijft altijd bestaan,
Hoe ver je ook bij mij bent vandaan.
Wat nog overblijft zijn onze herinneringen,
Deze zijn nu de kostbaarste dingen.
Herinneringen die we dan ook bewaren, veilig en apart,
Op een speciaal plaatsje diep in ons hart.
Beetje bij beetje
Beetje bij beetje moesten we jou verlaten
We konden uiteindelijk niet meer met je praten.
Die blik, die stilte, dat deed zo vaak zeer.
De mama van vroeger was je niet meer.
We zagen heel goed jouw stille verdriet,
Maar helpen konden we jou niet.
De leegte zonder jou is met geen pen te beschrijven,
de leegte zonder jou zal altijd blijven.
Maar veel fijne herinneringen verzachten onze smart
Voorgoed uit ons midden maar altijd in ons hart.
Altijd zal ik van je houden
Wil je mijn leven lang in leven blijven?
Niet fysiek maar in mijn hoofd.
Wil je mijn leven lang in leven blijven
Er altijd voor me zijn zoals je hebt beloofd.
Dat je daar gewoon blijft wonen
Tussen bergen geluk en sloten verdriet
Dat je daar gewoon blijft wonen,
Stiekem, onopgemerkt, zonder dat men jou ziet.
Dat je eindeloos van vroeger vertelt
Dat je in mijn hoofd lacht zoals jij dat kon,
Dat je eindeloos over mij vertelt
Hoe mijn leven bij jou begon.
Dan zal ik je dwars door alles blijven horen
Je in mij meenemen voor de rest van mijn dagen
Dan zal ik je dwars door alles blijven horen,
En zul je nooit in mijn gedachten vervagen
Want, altijd zal ik van je houden,
altijd blijven wij een paar.
Altijd zal ik van je houden,
al word ik honderdvierentwintig jaar
Gedicht gemaakt door Hilde voor liedje van Toon Hermans
Een leven nog zo klein en pril
Een leven nog zo klein en pril,
een leven nog zonder eigen wil.
Nog veilig geborgen in moeders schoot,
vond jij in rust een stille dood.
Negen maanden had je bijna volbracht,
maar wij hebben tevergeefs gewacht.
Je was zo mooi, zo zacht zo fijn,
heel even mochten we bij je zijn.
Wij zullen je nooit vergeten maar,
hoeveel wij van je houden zal jij nooit weten
Het verlies voor het einde
Het verlies was er al voor het einde,
het verdriet voordat het afscheid kwam.
Toen die onzekere verwarring,
Bezit van jouw gedachten nam.
Maar als we je bezochten elke keer,
dan was er steeds die glimlach weer.
We voelden mee met jouw stil verdriet,
nu rouwen wij maar treuren niet;
Veel van vroeger weet ik niet meer
De laatste dagen dacht ik terug aan het verleden
en vroeg mij af: hoe was het ook al weer?
Zoveel van vroeger weet ik nu niet meer:
als zand is ’t uit mijn vingers weggegleden.
Soms komt er een herinnering naar boven;
ik zie van mijzelf, in flitsen, een vaag beeld.
Samen met opa die de postzegels verdeelt,
herinneringen zijn als zand verstoven.
Jouw gezicht’t was mij zo vertrouwd.
Ik weet je niet meer jong,
Ik ken je tijdloos oud.
Dansmarieke
Geschapen voor de liefde en muziek,
hield van dansen en ritmiek.
Genieten van het leven was haar lot,
Aan de liefde had ze een begrotingsoverschot.
Maar bovenal was ze moederlijk en zacht,
Op…. Is ze stilletjes gaan dansen in de nacht.
De Gitarist
Als de snaren niet meer trillen,
de akkoorden worden gedoofd.
Zijn hand niet meer speelt,
Het instrument van muziek wordt beroofd.
Dan moeten wij geduldig wachten,
tot jij je rust echt vindt.
En we horen in de verte,
Jouw muziek, gedragen door de wind.
Dan horen wij jouw gitaren,
Ze spelen de hele dag,
Een deuntje dat jou laat slapen,
Waarop je voor eeuwig rusten mag.
De handige Harry
Het “niet kunnen maken”,
stond niet in je woordenboek geschreven.
Je hebt zowel genoten van,
als gevochten, voor het leven.
Je vrouwtje, je (klein)kinderen, je ijsje, je choufke,
de lichtpuntjes die je telkens weer zag,
De weekendjes, de liefde, de lookworsten, de klare taal
we zullen het allemaal missen……… iedere dag.
copyright Hilde Massaer
Mijn opa
Mijn opa was een opa zoals niemand heeft gehad,
Mijn opa was een…….. , mijn opa was een schat.
Ondanks dat de jaren verstrijken is mijn opa niet dood,
hij leeft verder in mijn gedachten, dan zit ik op zijn schoot.
Ik denk nog vaak aan hem, bijna iedere dag,
dan zie ik hem in mijn gedachten en hoor ik zijn lach.
Wij hadden een interactie, iets heel speciaal,
nu ik wat ouder ben herinner ik het mij helemaal.
Ik zou hem zo graag nog eens zien,
Dat is, weet ik, niet mogelijk, maar later wel, misschien.
Dan zou hij me zeggen: “je hebt het goed gedaan”,
Want op mijn fouten, daar keek opa mij nooit op aan.
Je ziet, het is zoals ik zei: Mijn opa is een schat,
ik wil hem dan ook bedanken voor alle jaren die ik met hem had.
De liefde van een moeder
In dankbaarheid denk ik terug aan jou,
Wat jij me hebt gegeven
De liefde die jij me gaf
Neem ik mee de rest van mijn leven
Niemand die me dat af kan nemen
Ook al ben je er niet meer
Jouw onvoorwaardelijke liefde
Blijf ik voelen elke dag weer
Ja, de liefde van een moeder
Gaat mee je hele leven
De liefde van een moeder
Is iets dat niemand zo kan geven
En met liefde heb jij me overspoeld
Dat zal ik nooit vergeten
Jij was ontzettend trots op mij
Dat liet je aan iedereen weten
En altijd stond je voor me klaar
Met raad en vooral met daad
Je was een zorgzame moeder
Een steun en toeverlaat
En daarom ben ik dankbaar
Ondanks dat ik je zo mis
Omdat ik van jou mocht leren
Wat echte liefde is!
De pianist
De eerste noot, het begin van je bestaan.
De witte en zwarte toetsen, 1 voor 1 sla je ze aan,
Emoties worden beschreven, iets wat muziek fantastisch doet,
Je kan niet zonder in je leven, muziek zit in je bloed.
Een opzwepend ritme, een triestige melodie,
Ze vertellen je levensverhaal via een mp3
Plots valt de stilte, het naarste geluid dat er bestaat,
De muziekspeler zwijgt, niemand die nog aan het dansen gaat.
Toch zal je nooit verdwijnen, zolang men in muziek gelooft,
Want er speelt altijd wel een deuntje, een deuntje in je hoofd.
Fietser
Soms denk ik terug aan mijn vader op de fiets,
Hij rijdt langs een terras waar ik iets drink,
Ik hoop op een woord maar hij zegt niets.
Een traan loopt langs mijn wang,
Daar gaat in gedachten mijn vader,
Ik mis hem al zo lang.
Even denk ik: het is nog niet voorbij,
Ondanks dat hij er niet meer is,
Voel ik hem altijd heel dichtbij.
Ik kijk hem na, hij fietst over de brug,
Plots voel ik warmte in mijn hart
En komen alle herinneringen terug.
Mijn mama
Ze is je verzorger
Je coach en docent
Ze is pas gelukkig
Als jij dat ook bent
Je grootste supporter
Je baken en je vriend
Ze geeft je soms stiekem
Meer dan je verdient.
Voortdurend diegene
die iedereen bindt
Ze is zo veel meer
Dan een vrouw met een kind
Ze was mijn mama
Anders
Het voelt zo anders dit jaar
Zoveel leger
Zoveel stiller
Ondanks het haardvuur
En kaarsjes aan
Zo genadeloos veel killer
Het voelt anders dit jaar
Donkerder
En zo alleen
Ondanks de lichtjes
Overal
Ondanks de mensen om me heen
Het voelt zo anders dit jaar
Ik mis jou
Hier bij mij
Gelukkig ben je in mijn hart
Toch altijd
Heel dichtbij
Missen
En dan is daar opeens het missen
Ik wil niet zonder jou
Het besef van incompleet zijn
Het hoeveel ik van je houd
De dagen worden korter
De nachten veel te lang
En al mijn later zonder jou
Maakt mij voor de toekomst bang
Ik wil weer voelen hoe gelukkig was
Me herinneren hoe fijn
Maar tegelijk duw ik het weg
Want het missen doet zo’n pijn
Mag ik nog even in je armen
Nog even dicht tegen je aan
Blijf alsjeblief nog even hier
Laat me niet zonder jou bestaan
In de ochtend
In de ochtend,
In alle stilte
Gekoesterd door de schemering
Vind ik steun bij de gedachte
Dat jouw liefde mij omringt
De afdruk van een leven samen
Die in elke snaar nog speelt
De klank van een schaterlach
Die een herinnering weer deelt
Een veertje dwarrelt voor mijn voeten
Een zachte zucht streelt mijn gezicht
Door een hemelgroet of teken
Voel ik me gedragen en verlicht
Er is geen uitleg voor te vinden
Het kan niet worden verklaard
Maar in mijn hart, heel diep vanbinnen
Blijven wij verbonden met elkaar
Lieve peter
Nu je niet meer op deze wereld bent
Vraag ik mij af hoe het jou vergaat
Hoe is het leven in de hemel
Ik neem aan dat die bestaat?
Wij die hier zijn achtergebleven
Zoeken een antwoord op die vraag
Konden we je maar en keer opzoeken
Want dat willen we allemaal zo graag
Soms zijn er van die dagen
Soms zijn er van die dagen,
Dan staat mijn wereld weer eens stil
Men heeft het over vakantie en uitgaan
Terwijl ik graag, zo ontzettend graag
Nog eventjes over jou
Iets vertellen wil
Soms kijk ik weer terug
Naar een tijd alweer lang voorbij
Men heeft het over werk en kinderen
Terwijl het verleden mijn eigen verleden
Nog zo belangrijk is voor mij
De jaren zijn voortgeschreden
Jouw afwezigheid zo normaal
Men heeft het over voetbal en feest
Terwijl ik in mijn doolhof va tranen
Nog vaak, nog oneindig vaak
Zonder uitkomst verdwaal
Men is doorgegaan
Terwijl ik stil bleef staan
Men heeft feest
Terwijl ik mis
Men gaat uit
Terwijl ik in leegte mijn armen sluit
Soms heb ik van die dagen
Dan kan ik het even niet
Ik heb geleerd dan rust te nemen
En te kijken naar mijn verdriet
Ik laat mijn tranen komen
Ik laat mijn tranen gaan
Zodat ik met hernieuwde moed
De wereld weer kan verstaan
karin
Storm in mijn hoofd
Het stormt in mijn hoofd
Ik kan er niet van slapen
Al uren ben ik bezig
gedachten op te rapen
Zoekend naar de juiste plek
Lig ik maar te malen
Waardoor in onbewust
Het proces steeds blijf herhalen
Onrustig wacht ik
Tot de wind gaat liggen
En de storm verdwijnt
Pas dan ontdek ik dat het licht is
En dat de zon al lang weer schijnt
copyright brievenbusgeluk
De wolk voor de zon
En zo ineens is ie daar weer
De wolk voor de zon
Onaangekondigd nam hij plaats
Voordat ik hem stoppen kon
De wolk maakt me verdrietig
En tegelijk ook zo kwaad
Ik wil hem hier niet hebben
Ik wil dat hij gaat.
Ik wil genieten van de zon
Al blijft het in mijn hoofd zo waaien
Greetig vang ik zonnestralen
Hopend dat de wind zal draaien
Ik weet heus dat het geen zin heeft
Boos op wolken, boos op wind
Maar ik geloof o zo hard
Dat de wolk een ander plekje vindt.
Terug samen
Op een bankje in de hemel
Zitten zij samen zij aan zij
Als engelen weer samen
Hun leven was voorbij
Heel even was er een scheiding
Met veel pijn in het hart
Maar in de hemel weer bij elkaar
Niet ieder apart
De handen ineengestrengeld
Een zachte diepe zucht
Zo zitten zij daar samen
Op een bankje in de lucht
Afscheid van de fietser
Met zijn voorwiel in de toekomst,
zijn achterwiel in het verleden,
zo rijdt hij sterk voorovergebogen,
zijn tijd in het heden.
Met spijt en pijn,
raast hij door.
De tijd verglijdt.
Hij volgt zijn eigen spoor.
Met zijn helm,
zijn korte broek en jas,
geeft hij alles wat hij heeft
en sprint hij door elke plas.
De modder en regendruppels
lopen langs zijn nek en in zijn kraag,
Ze volgen hun eigen weg,
en al druipend naar omlaag.
En dan plots,
voldaan en moe
Is hij totaal onverwacht
aan zijn laatste ritje toe.
En nu, hoog daarboven,
zijn komst waarschuwend met zijn bel,
rijdt een zonovergoten fietser
doorzettend en snel.
De hele lucht schuift open,
omgeven door een stralend licht.
Plots duikt hij glanzend wit op,
en verdwijnt opnieuw uit ons gezicht.
Bijna achterstevoren op zijn fiets,
geen tijd om te wachten,
fietst hij lachend en zwaaiend
verder over de vele wollen vachten.
Ik kijk omhoog,
verpink een traan.
Dat was mijn vader,
hij fietst nog steeds hier ver vandaan.
De Duivenmelker
De tennisser
Mama moeke ma – dementie
Ben blij dat ik hier
naast je sta Ik kus je
en ik vraag hoe jij het maakt
Ik lach naar jou
jij lacht naar mij
En God je maakt me meer dan blij
Je weet niet half hoe zoiets mij nu raakt
Mama moeke ma
Je weet niet of ik kom of ga
Maar ik zie dat ik jou gelukkig heb gemaakt
In je bed of in je stoel
Al naargelang hoe jij je voelt
We praten over heden en vandaag
Want gisteren bestaat niet meer
Alleen wat flarden van weleer
Al worden die nu ook een beetje vaag
Mama moeke ma
Op al mijn vragen zeg je ja
Mama moeke wat zie ik je graag
mama moeke ma
Telkens ik hier buiten
ga Besef ik dat de dag eens komen zal
morgen of een andere keer
weet je zelfs m’n naam niet meer
hoe vind je me dan terug in jou heelal?
mm mama moeke ma
Ooit kom ik je achterna
En ik weet je mij herkennen zal
Bart Herman
Loslaten
Een boom laat zijn bladeren los,
Op de kracht van weer en wind,
Met vertrouwen dat verdere groei,
In de lente weer begint.
Er breekt een tijd van kou en leegte aan,
De dag soms gevuld met duisternis.
En in de stilte is er ruimte
Voor herinneringen en droefenis.
Herinneringen worden vastgehouden,
Het tastbare moeten we laten gaan
Maar het belangrijkste door jou meegegeven
blijft in de volgende generatie door bestaan.
Jouw liefde blijft met de warmte
van een fijne herinnering
de vreugde komt met houvast
aan een eeuwigeverbinding.
Jou loslaten is weer openstaan
Voor ons verdere aardse leven
Het is het bewijs dat jij ons de moed en kracht
Om dit te doen hebt meegegeven.
https://www.ladyhill.be/contact-us-offerte-kennismakingsgesprek-vragen/
Ik moet je laten gaan mam
Plots was jij echt weg mam.
Was je leven voorbij…
Klaar met je gevecht mam.
Het was nog net geen Mei.
Mijn hoofd weet ‘t is oké,
maar mijn hart kan daar niets mee.
Je was nog even warm mam
Ik streelde zacht je huid
Nog even kon ik bij je zijn
Het voelde vreemd en toch vertrouwd
Mijn hoofd weet ‘t is oké,
maar mijn hart kan daar niets mee.
Is het daar wel fijn mam?
Ik denk nog veel aan jou.
Ik zal je nooit vergeten mam,
want ik hou zo veel van jou.
Ik moet je laten gaan mam,
ook al doet het pijn.
Heus, het is wel goed zo mam.
Je hebt je best gedaan.
Mijn hoofd weet ‘t is oké,
maar mijn hart kan daar niets mee.
Mijn hoofd weet ‘t is oké
maar in mijn hart draag ik jou met mij mee!
Tekst & muziek: Martine Slangen-van Wensveen
Ik stuur een engel met je mee
Ik dacht:
Ik stuur een engel mee
zo reis je niet alleen.
Met vleugels van rozenblaadjes
vliegt ze om je heen.
Ik dacht:
Ik stuur een engel mee
die over jou zal waken.
Eentje die dat met liefde doet,
nu jij voorgoed gaat slapen.
Ik dacht:
Ik stuur een engel mee
ze toont jou wel waarheen.
Ik dacht:
Ik stuur een engel mee
zo reis je niet alleen.
De café bazin
Bekende gezichten,
het is er gezellig warm,
tafels gevuld met glazen
op de toog een hangende arm
Met een glimlach geeft ze
aan ieder die er is afgedwaald
Gezelligheid is troef
Zo lang men maar netjes betaalt
Een lach, een mop,
hij is wat schuin,
Een hand rond een pint,
van nicotine zo bruin
Ze is de cafémadam
In hart en in nieren
Verkoopt al jaren
Alle soorten bieren
De sfeer op zich
Min of meer een wonder
Niet echt goed betaald
Maar ze kan niet zonder
Niet zonder
het gebabbel en geklets
Niet zonder
het gezwans en het gezwets
Maar nu klinkt alles hol
Zelfs de deur die zwijgt
Geen stoel die ingenomen wordt
Geen glas dat nog bier krijgt.
https://www.ladyhill.be/contact-us-offerte-kennismakingsgesprek-vragen/